Reactie wethouder richting man na klachtbehandeling door gemeente was onvoldoende

Brief

Een man diende een klacht in bij de gemeente nadat in zijn straat een verkeersmaatregel is aangebracht waardoor hij overlast ervaart. De verkeersmaatregel leidt ook tot ongevallen volgens hem. Hij vindt onder andere dat de betreffende wethouder in het voortraject onvoldoende ruimte bood voor inspraak en zou graag zien dat er een evaluatie komt. De burgemeester behandelde de klacht van de man op informele wijze. Hij nodigde de man uit voor een gesprek en stuurde de man hierna een brief. In de brief stond een aantal leerpunten voor de wethouder en de ambtelijke organisatie. De burgemeester gaf onder andere de wethouder in overweging een nieuwe meting uit te voeren en de verkeersmaatregel te evalueren op effectiviteit.

Maanden later ontving de man een brief van de wethouder dat hij geen aanleiding zag om de verkeersmaatregel aan te passen, te verwijderen of een aanvullende externe evaluatie naar de effectiviteit te houden. Omdat dit volgens de man niet volgens de afspraak was, nam de man contact op met de ombudsman. Deze startte een onderzoek en stelde de gemeente een aantal vragen over het proces van klachtbehandeling. Én over de brief die de man daarna van de wethouder ontving. 

De burgemeester reageerde op de vragen van de ombudsman. Hij gaf aan dat de klacht informeel was afgehandeld en dat dit in overleg met de man was geweest. In de reactie oordeelde de burgemeester dat hij de klacht over de wijze waarop de inspraak plaatsvond gegrond vond. En dat hij daarover ook leerpunten had benoemd. 

De burgemeester erkende dat de wethouder de evaluatie op een andere manier en niet volledig vormgaf. Maar gaf ook aan dat hij in zijn rol als klachtbehandelaar dit ook niet verplicht kan opleggen. 

De ombudsman vindt de klacht van de man over de wijze waarop de gemeente zijn klacht behandelde ongegrond. Hij vindt dat de gemeente zijn klacht zorgvuldig behandelde. Zij formuleerde een aantal leerpunten en benoemde aandachtspunten en gaf deze ook mee aan de interne organisatie en de wethouder. De gemeente koos voor een informele aanpak en nodigde de man uit voor een gesprek. Deze aanpak vindt de ombudsman op zich positief. Tijdens dit informele gesprek gaf de man aan dat het gesprek in combinatie met een brief waarin de afspraken en aandachtspunten die ze gezamenlijk formuleerden voor hem voldoende waren. In zo'n situatie is het ook niet nodig dat een gemeente een formeel oordeel geeft. 

In reactie op onze vragen gaf de gemeente alsnog een oordeel over de klacht. De gemeente vond de klacht voor zover deze betrekking heeft op de wijze van totstandkoming van de nieuwe verkeerssituatie en het participatieproces gegrond. Als de gemeente een klacht gegrond vindt kan de ombudsman hier in principe niets aan toevoegen. De klacht is immers al gegrond bevonden. 

De ombudsman vindt de klacht van de man over de reactie van de wethouder die hij hierna ontving gegrond. Deze brief was niet in lijn is met de eerdere aanbeveling van de burgemeester en daarmee met de verwachtingen die de man had van de gemeente. De gemeente handelde in dit geval niet volgens het vereiste van betrouwbaarheid. De ombudsman geeft de gemeente als aanbeveling mee om alsnog een schriftelijke evaluatie over de betreffende verkeersmaatregelen uit te laten voeren door een externe partij. En de man en andere bewoners hierover in kennis te stellen.