Een man liep achter met het betalen van de alimentatie aan zijn dochter. Zijn dochter schakelde daarom het LBIO in om de betaling van de alimentatie (de inning) over te nemen. De man is het hier niet mee eens. Hij vindt het niet terecht dat de inning van de alimentatie via het LBIO moet verlopen. De man dient daarom meerdere klachten in bij het LBIO.
In reactie op deze klachten legt het LBIO uit dat sprake is van een achterstand die de man binnen de hiervoor gestelde termijn moet betalen. Ook informeert het LBIO de man wat de gevolgen zijn als hij de achterstand niet op tijd betaalt.
Omdat de man vervolgens niet betaalt, neemt het LBIO de inning over. Ook brengt het LBIO de kosten die het moet maken (de opslagkosten) in rekening. De man kan zich niet vinden in de reactie van het LBIO op zijn klachten. Verder is hij het niet eens met de overname van de inning. Hij neemt daarom contact op met de Nationale ombudsman.
De Nationale ombudsman doet onderzoek naar de klacht. Hij vindt dat het LBIO de inning terecht heeft overgenomen. De man heeft de achterstand namelijk niet binnen de gestelde termijn betaald. De klacht daarover vindt de ombudsman daarom ongegrond.