OM had vrouw moeten informeren, politie had klacht moeten behandelen

Brief

Een vrouw maakte melding bij de politie van (onder andere) groepsverkrachting. Zij had daarover een gesprek met rechercheurs van de politie. Na dat gesprek besloot zij om op dat moment geen aangifte te doen. Zij liet wel het T-shirt achter dat zij droeg toen het door haar gemelde misdrijf plaatsvond. Dit met het idee dat de politie sporenonderzoek zou kunnen doen, mocht zij later wel aangifte willen doen.

Enkele jaren later besloot de vrouw om toch aangifte te doen. Toen zij navraag deed naar haar T-shirt, hoorde zij dat het was vernietigd zonder dat er onderzoek naar was gedaan. De vrouw klaagde daarover bij de politie. Die klacht ging ook over het gesprek dat zij met de rechercheurs had gehad.

De politie vond de klacht van de vrouw op een aantal punten terecht. Zo was het adres van de vrouw ten onrechte op de geluidsopname van het gesprek terecht gekomen. Maar de politie nam het klachtpunt over het T-shirt niet in behandeling, omdat het Openbaar Ministerie (OM) de beslissing had genomen om het T-shirt te vernietigen. De politie merkte wel op dat de vrouw niet was geïnformeerd over deze beslissing, omdat zij in het gesprek met de rechercheurs afstand had gedaan van het T-shirt.

De vrouw diende hierna een klacht in bij de ombudsman. Zij vond het niet terecht dat de politie haar klacht over het T-shirt niet in behandeling had genomen. En zij gaf aan dat zij geen afstand had gedaan van het T-shirt, maar dat zij het had achtergelaten zodat er onderzoek kon worden gedaan. De vrouw vond verder dat het OM haar had moeten informeren voordat het de beslissing nam om haar T-shirt te vernietigen.

De ombudsman heeft vragen gesteld aan de politie en aan het OM. De ombudsman is het met de vrouw eens dat de politie zorg had moeten dragen voor de verdere behandeling van haar klacht over het T-shirt. De politie had contact moeten opnemen met het OM om samen te bepalen hoe deze klacht het beste kon worden behandeld. De ombudsman is hierover met de politie in gesprek gegaan.

Verder blijkt volgens de ombudsman uit de stukken niet dat de vrouw afstand had gedaan van het T-shirt op de manier die de wet voorschrijft. De ombudsman vindt ook dat het OM de vrouw had moeten informeren over het voornemen haar T-shirt te vernietigen. Toen de vrouw het T-shirt achterliet, dacht zij namelijk dat er later nog sporenonderzoek gedaan zou kunnen worden. Het is de ombudsman verder gebleken dat het OM het T-shirt heeft vernietigd op grond van een interne handreiking, waarvan de vrouw niet op de hoogte was of kon zijn.