Een man en zijn advocaat zijn met Domeinen Roerende Zaken (hierna: DRZ) in gesprek over de hoogte van een schadevergoeding. In 2018 was de schoudertas van de man namelijk in beslag genomen. Hierna bepaalde de rechter dat deze tas aan de man terug moest worden gegeven. Omdat dit niet meer mogelijk was, kreeg de man een vergoeding. De man vond deze vergoeding echter te laag en diende daarom samen met zijn advocaat een klacht in bij DRZ. DRZ vond zijn klacht ongegrond.
De Nationale ombudsman bepaalt in dit soort zaken niet hoeveel de tas precies waard was. Wel bekijkt de ombudsman of DRZ goed heeft uitgelegd hoe is vastgesteld wat de waarde van de schoudertas was. In dit geval stelt de Nationale ombudsman vast dat DRZ beter eerder aan meneer en zijn advocaat had kunnen uitleggen waarom de vergoeding zo laag was. Volgens de taxateur was de tas vermoedelijk een namaaktas en daarom kreeg de man slechts een vergoeding van twee euro. Nu werd dit pas duidelijk na vragen van de Nationale ombudsman hierover.