De gemeente wil samen met omwonenden het groen in de buurt opknappen. Zij richt daarom een werkgroep op. Ook de heer Pietersen (niet de echte naam) zit in deze werkgroep. Regelmatig is de Hongaarse eik vlakbij zijn woning onderwerp van gesprek. De boom kan namelijk niet optimaal groeien. Daarnaast zorgt de boom voor schade en overlast. Een absolute noodzaak de boom te kappen, is er echter niet. Uiteindelijk kiest (de meerderheid van) de werkgroep ervoor de boom te verwijderen. Niet alle omwonenden zijn hier blij mee. Eén van hen maakt dan ook bezwaar tegen de verleende kapvergunning. Dit bezwaar is aanleiding voor de gemeente terug te komen op haar toestemming de boom te kappen. De heer Pietersen stapt daarop naar de rechter.
Vlak vóór de dag dat de rechter zijn zaak wil behandelen, neemt de gemeente contact met hem op. Zij vertelt hem dat de Groene Kaart in de gemeente onherroepelijk is geworden. Dit betekent dat voor de boom geen vergunning meer nodig is. De heer Pietersen trekt daarop zijn beroep in. De rechtszaak is volgens hem nu niet zinvol meer. Hij vraagt vervolgens aan de gemeente de boom alsnog te kappen. De gemeente laat hem weten dit niet te doen. De gemeente erkent dat de boom geen optimale groeiplaats heeft. Het belang om de boom te behouden vindt zij echter belangrijker. Er is ook geen absolute noodzaak de boom te kappen. Daarnaast wil de gemeente vasthouden aan haar besluit naar aanleiding van het bezwaarschrift. De heer Pietersen dient daarop een klacht in bij de gemeente. Ook wil hij dat de gemeente het griffierecht vergoedt. De gemeente vindt zijn klachten niet terecht. De heer Pietersen wendt zich vervolgens tot de Nationale ombudsman. Bij de ombudsman klaagt hij ook over de manier waarop de gemeente zijn klachten heeft behandeld.
Het besluit om de boom wel of niet te kappen is aan de gemeente. Daar gaat de Nationale ombudsman niet over. Wel keek de ombudsman of de gemeente voldoende uitlegde waarom zij de boom wil behouden. De ombudsman vindt de uitleg van de gemeente voldoende. De gemeente stuurde de heer Pietersen namelijk een duidelijk en uitgebreid schriftelijk antwoord op zijn verzoek. Daarin legde zij uit welke belangen er speelden. Ook de mate van overlast en schade door de boom noemde de gemeente daarbij. Ook legde de gemeente uit wat zij uiteindelijk het belangrijkste vindt en waarom. Tenslotte heeft de gemeente toegelicht hoe haar standpunt past binnen haar eigen bomenbeleid.
De Nationale ombudsman vindt het verder behoorlijk dat de gemeente het griffierecht niet vergoedde. De heer Pietersen trok namelijk zelf zijn beroep in.
Daarnaast vindt de ombudsman dat de gemeente de klachten zorgvuldig behandelde. De gemeente keek goed naar de klachten. Ook volgde zij de juiste procedure om deze te behandelen. De gemeente stelde de heer Pietersen verder in de gelegenheid zijn klachten toe te lichten. Tenslotte legde de gemeente haar oordeel over de klachten voldoende uit.