Een man dient een aanvraag voor bijstand in. Dat doet hij door een papieren aanvraag af te geven bij de gemeente. Hij ontvangt daarop echter geen reactie. Hij kan zijn vaste lasten niet meer betalen en komt in de schulden. Daarom dient hij bij de gemeente een klacht in over het niet in behandeling nemen van zijn bijstandsaanvraag.
De gemeente zegt aan dat zijn aanvraag niet is ontvangen. Gelukkig kon de man een exemplaar van zijn aanvraag laten zien; daarop staat een stempel van de gemeente. De gemeente verleent de man dan alsnog bijstand, vanaf de datum van de ontvangst van zijn aanvraag. Met terugwerkende kracht dus. Maar de gemeente laat in het midden of zijn klacht gegrond is.
De man dient zijn klacht daarom in bij de Nationale ombudsman. De Nationale ombudsman vindt zijn klacht over het kwijtraken van zijn aanvraag en over het niet tijdig reageren daarop terecht.
De Nationale ombudsman is blij dat de man zijn uitkering alsnog met terugwerkende kracht heeft ontvangen. Maar hij vindt het een slechte zaak als aanvragen voor een bijstandsuitkering bij een gemeente kwijtraken. Als mensen het geld hard nodig hebben, is zorgvuldigheid en voortvarendheid geboden. Dat moet voortaan dus beter.