Een vrouw heeft met haar ex-partner een dochter. Haar ex-partner moet alimentatie voor zijn dochter betalen. Daarbij heeft hij een achterstand opgelopen. De vrouw schakelt het LBIO in om de alimentatie te innen. Het LBIO legt beslag op de woning. Het LBIO treft daarna een betalingsregeling met hem. De ex-partner komt die regeling eerst na. Daarna stopt hij met betalen. De vrouw wil dan dat het LBIO ook beslag legt op de auto van haar ex-partner. Het LBIO meldt haar dat dat dit twee weken zal gebeuren. Maar het gebeurt niet. De vrouw vindt dat het te lang duurt. Ook vindt ze dat het LBIO haar actiever op de hoogte moet houden van ontwikkelingen.
Het LBIO biedt de vrouw excuses aan voor het niet voldoen aan de gewekte verwachting. Verkoop van de woning vindt half december plaats. Het LBIO verwacht dat de volledige achterstand in de betaling van de alimentatie wordt betaald uit de overwaarde van de woning.
De Nationale ombudsman vindt de excuses van het LBIO terecht. Die verwachting is niet waargemaakt. Dan past het maken van excuses. Beslag leggen op de auto is niet meer nodig. De woning van de man wordt immers verkocht. De achterstand in alimentatie wordt waarschijnlijk met de opbrengst volledig ingelopen.
De Nationale ombudsman vindt dat het LBIO de vrouw voldoende actief op de hoogte houdt van de ontwikkelingen. Het LBIO moet grote aantallen zaken verwerken en het proces van inning is vaak lastig. Daarom is het begrijpelijk dat het LBIO de alimentatiegerechtigde alleen bij belangrijke stappen actief informeert. Bij de vrouw is dat gebeurd.
