Rijkswaterstaat had zorgvuldiger de feiten in uitgaande e-mail moeten controleren

Brief

Een man woont in België en is ontslagen door Rijkswaterstaat. Tegen het ontslagbesluit is hij succesvol opgekomen tot aan de hoogste rechter. In de tussentijd weigerde de man om mee te werken aan zijn re-integratie. Rijkswaterstaat was het niet eens met de redenen van weigering. Om die reden heeft een medewerker van Rijkswaterstaat een e-mail gestuurd aan de Belgische Dienst Grensarbeiders. Hierin vraagt Rijkswaterstaat of er mogelijkheden zijn om de man te verplichten om medewerking te verlenen aan het re-integratietraject. Volgens de man klopt de inhoud van deze e-mail niet.

In de reactie op de klacht erkent Rijkswaterstaat dat in de e-mail feitelijke onjuistheden staan. Het gaat dan om een passage in de e-mail waarin staat dat de man de verplichting heeft om aan het re-integratietraject mee te werken. Volgens Rijkswaterstaat is de passage echter niet onrechtmatig of onbehoorlijk. Daarbij komt dat de man geen financieel nadeel heeft gehad van de onjuiste inhoud uit de e-mail.

De Nationale ombudsman bestudeert de stukken en vraagt Rijkswaterstaat of zij heeft overwogen om de klacht gegrond te verklaren. Rijkswaterstaat laat weten dat het versturen van de e-mail vooral van belang was om te achterhalen of de man voldeed aan de verplichtingen die gelden voor de Belgische uitkering. Dit kon invloed hebben op een bovenwettelijke uitkering die door Rijkswaterstaat werd betaald.

De Nationale ombudsman vindt dat Rijkswaterstaat een reden had om contact op te nemen met de Belgische Dienst Grensarbeiders. De informatie was nodig om te bepalen of de man voldeed aan Belgische wetgeving. Dit kon invloed hebben op de bovenwettelijke uitkering die door Rijkswaterstaat werd betaald. Wel mag van Rijkswaterstaat worden verwacht dat de feiten in de e-mail zorgvuldiger gecontroleerd worden. Dit brengt de Nationale ombudsman bij Rijkswaterstaat onder de aandacht.