Er is schijn van belangenverstrengeling ontstaan bij een ontslagprocedure van een docente bij de Hogeschool Utrecht. Dit constateert de Nationale ombudsman, Alex Brenninkmeijer, in een rapport dat vandaag is verschenen. Hierdoor kon discussie ontstaan over de juistheid van de procedure. De procedure heeft volgens de ombudsman niet geleid tot een onredelijke hoogte van de vergoeding.
Op verzoek van de Hogeschool Utrecht zelf heeft de Nationale ombudsman onderzoek gedaan naar de ontslagprocedure en bijbehorende vergoeding van een docente. Eind 2007 ontstond discussie in de media over de hoogte van een ontslagvergoeding. De zus van de docente bleek lid te zijn van de Raad van Toezicht van de Hogeschool en er werd belangenverstrengeling gesuggereerd vanwege de familieband.
Redelijke vergoeding
De Nationale ombudsman constateerde dat de hoogte van de vergoeding bij afweging van alle belangen redelijk is. Dit bedrag sluit aan bij de gebruikelijke maatstaven rekeninghoudende met de langdurige staat van dienst van de docente.
Schijn van belangenverstrengeling
Er is echter wel een schijn van belangenverstrengeling ontstaan. Van directe invloed van de zus op de vorm van het ontslag is niet gebleken. De ombudsman constateert dat de zus, om misverstanden te voorkomen, zich beter geheel buiten de besluitvorming rondom het ontslag had kunnen houden. De Raad van Toezicht had zich volgens de ombudsman actiever moeten opstellen om de schijn van partijdigheid vanwege de zus-zus-relatie weg te nemen. Verder constateert de Nationale ombudsman dat de organisatorische voorzieningen binnen de Hogeschool Utrecht onvoldoende zijn om te waarborgen dat het College van Bestuur zich op een adequate manier kan verantwoorden.