Meneer ondervindt overlast van de varens die in de gemeenteljike groenstrook achter zijn tuin groeien. Hij zou graag zien dat de gemeente de varens verwijdert en heeft hierover al vaker contact gehad met de gemeente. Omdat dit niet het gewenste resultaat heeft gehad, vraagt hij de Nationale ombudsman naar zijn klacht te kijken.
De Nationale ombudsman bekijkt de klacht aan de hand van zijn Bomenwijzer. In de Bomenwijzer staan onder meer uitgangspunten voor de behandeling van overlastklachten van bomen. En wordt uitgelegd wat volgens de Nationale ombudsman van een gemeente mag worden verwacht. Deze uitgangspunten kunnen worden doorgetrokken naar andere 'groene' klachten, zoals die van meneer. Ook stelt de ombudsman de gemeente een aantal vragen.
Duidelijk wordt dat de gemeente meerdere pogingen heeft gedaan om de overlast weg te nemen/te beperken. Een jaar lang is er bijna maandelijks onderhoud uitgevoerd. Helaas niet met het gewenste resultaat. De gemeente heeft uiteindelijk moeten constateren dat er geen passende oplossing is, omdat (de sporen van) de varens blijven aanwaaien.
Hoewel de ombudsman zich kan voorstellen dat die constatering onbevredigend is voor meneer, vindt hij dat de gemeente zich betrokken en oplossingsgericht heeft opgesteld. Zij heeft zich ingespannen om een oplossing te vinden en toegelicht waarom dit niet is gelukt en waarom zij geen rol meer ziet voor zichzelf. Dat standpunt kan de ombudsman volgen. Hij vindt dat de gemeente met haar handelen heeft laten zien dat zij de klacht van meneer serieus genomen heeft en heeft gedaan wat redelijkerwijs van haar mag worden verwacht. Dat er uiteindelijk geen passende oplossing gevonden is, maakt dit niet anders. De Nationale ombudsman vindt de klacht van meneer daarom ongegrond.