Een mevrouw kreeg een aanslag voor gemeentelijke belasting van het Samenwerkingsverband Vastgoedformatie Heffing (SVHW). Ze vroeg hiervoor kwijtschelding aan. De kwijtschelding werd afgewezen. De reden dat haar kwijtscheldingsverzoek werd afgewezen was dat mevrouw genoeg geld op haar bankrekening had om de aanslag te betalen.
De mevrouw was het niet eens met de afwijzing en diende bij de Nationale ombudsman een klacht in. De mevrouw heeft een bijstandsuitkering en gaf aan dat op het moment van het verzoek om kwijtschelding haar uitkering, vakantiegeld en teruggave belasting waren gestort. Ook had ze de energietoeslag ontvangen. De energietoeslag mag niet meegeteld worden bij het inkomen. De mevrouw vond dat de berekening van het SVHW gebaseerd was op een momentopname en dat er niet goed gekeken was naar haar uitgaven. De mevrouw kwam elke maand geld tekort. Bij de afwijzing van het SVHW zat een berekening van het vermogen en de betalingscapaciteit waarop te zien was dat er wel rekening gehouden was met de vaste lasten. Volgens de berekening bleef er genoeg over om de aanslag te kunnen betalen.
De Nationale ombudsman heeft over de klacht contact gehad met het SVHW. Het SVHW legde uit dat als peildatum het moment van de aanvraag van de kwijtschelding geldt. Er wordt dan gerekend met de opgegeven gegevens.
Als dat samenviel met de uitbetaling van de uitkering dan was dat toeval. De energietoeslag wordt nooit meegenomen in de berekening.
Uit de reactie van het SVHW blijkt dat er bij het beoordelen van de kwijtschelding, goed gekeken is naar het vermogen van de vrouw. Haar vermogen lag boven het vrij te laten bedrag van € 1.091,71. Mevrouw had dus teveel vermogen en moest de aanslag betalen. Er waren geen bijzondere omstandigheden. De ombudsman vond dat de klacht niet gegrond was.