Een vrouw werd verdacht van mishandeling. De strafzaak werd voorwaardelijk geseponeerd met sepotcode 20 ('anders dan strafrechtelijk ingrijpen verdient de voorkeur'). Dat betekent dat de vrouw niet verder strafrechtelijk werd vervolgd, maar dat zij wel een aantekening op haar strafblad kreeg. De vrouw verzocht het OM de sepotcode te wijzigen naar een onvoorwaardelijk sepot, met de code sepotcode 01 ('ten onrechte als verdachte aangemerkt'), 02 ('onvoldoende bewijs') of 06 ('dader niet strafbaar').
Het OM wees het verzoek af. Het OM vond dat er voldoende bewijs in het dossier zat dat de vrouw de aangeefster had geslagen. En het OM vond dat er geen sprake was van zelfverdediging en de vrouw dus strafbaar was. Daarom wees het OM het verzoek van de vrouw tot wijziging van de sepotcode af. Hierover diende de vrouw een klacht in bij de Nationale ombudsman.
Bij het beoordelen van een klacht over de gekozen sepotcode, kijkt de ombudsman eerst of het OM de beslissing voldoende heeft onderbouwd. Daarna beoordeelt de ombudsman of het OM in redelijkheid heeft geweigerd de sepotcode te wijzigen.
De ombudsman vindt dat het OM voldoende heeft onderbouwd waarom het de sepotcode niet wijzigt. Het OM heeft uitgelegd waarom het vond dat er voldoende in het dossier zat om de vrouw als verdachte te zien. Ook heeft het OM gemotiveerd waarom er voldoende bewijs was. Het OM geeft daarbij aan dat de vrouw zelf ook niet heeft ontkend de aangeefster te hebben geslagen en er getuigen waren van het voorval. En het OM vond dat de vrouw bijvoorbeeld had kunnen weglopen in plaats van de aangeefster (terug) te slaan.
Daarom heeft het OM in redelijkheid kunnen weigeren de sepotcode te wijzigen. De klacht van de vrouw is om die reden niet gegrond. De ombudsman vindt wel dat het OM de voorwaarde waaronder geseponeerd is moet aanpassen omdat deze is verouderd.