NBK heeft terecht geen kwijtschelding waterschapsbelasting verleend

Brief

Een man heeft als gedupeerde van de overheid compensatie gekregen. Van een deel van dat geld heeft hij twee oude auto's gekocht. Hij vindt dat de auto's niet als vermogen mogen meetellen bij zijn verzoek om kwijtschelding waterschapsbelasting 2021 van €151,88. Het Noordelijk Belastingkantoor (NBK) ziet dat anders. Het wijst zijn verzoek af. De man vraagt de ombudsman om zich uit te spreken.

De ombudsman heeft een beperkte rol bij klachten over kwijtschelding. Hij kijkt naar de regels en of deze goed zijn toegepast. Ook kijkt hij of er iets bijzonders is waarvoor een uitzondering op de regels moet worden gemaakt.

In dit geval ziet de ombudsman dat het bezit van een tweede auto volgens de invorderingsregels geen kwijtschelding toelaat. Gedeeltelijke kwijtschelding zou in dit geval kunnen spelen als de waarde van de tweede auto lager is dan €151,88. Daarvan is niet gebleken. Ook ziet de ombudsman in de aanschaf met compensatiegeld geen uitzondering. De man beschikt als eigenaar namelijk volledig over de economische waarde van de auto's. De aanschaf met compensatiegelden speelt voor deze waarde geen enkele rol. Ook is de compensatie verstrekt om misgelopen toeslagen te compenseren. Dat de man met een deel van de compensatie auto's heeft gekocht is prima. Het is alleen niet waar de compensatie voor bedoeld was. Daarom kon het NBK in alle redelijkheid de waarde van de auto's meetellen bij de beoordeling van het kwijtscheldingsverzoek.

Wel vindt de ombudsman de motivering van de kwijtscheldingsbeslissing van het NBK niet duidelijk genoeg. Het NBK is in zijn beslissingen niet ingegaan op de kern van wat de man heeft aangedragen. Ook heeft het geen inzicht gegeven in de eigen gedachtegang en heeft niets gezegd over de waarde van de tweede auto. In een rapportbrief heeft de ombudsman het NBK op 18 november 2020 onder meer gewezen op het belang van een goede motivering bij kwijtscheldingsbeslissingen. De ombudsman vraagt het NBK om aandacht voor de oude leerpunten.

De ombudsman vindt de klacht ongegrond. Het NBK heeft het kwijtscheldingsverzoek in alle redelijkheid kunnen afwijzen. Wel vindt de ombudsman de kwijtscheldingsbeslissingen van het NBK onvoldoende duidelijk. Dat had beter gekund en gemoeten. Echter, dat maakt niet dat de man alsnog recht heeft op kwijtschelding.