Een vrouw bezocht het loket van de IND om een terugkeervisum te krijgen. Ze wilde naar India om daar een hoorzitting in haar echtscheidingsprocedure bij te wonen. Volgens de vrouw stelden de loketmedewerkers tijdens dat bezoek allerlei vragen over haar echtscheidingsprocedure. Uiteindelijk verzochten ze haar op een ander moment terug te komen met documenten waaruit de noodzaak voor haar bezoek aan India zou blijken. De vrouw vond die gang van zaken vreemd. Enkele dagen later ontving de vrouw een afwijzende beslissing van de IND op haar bezwaarschrift tegen de afwijzing van haar aanvraag voor een verblijfsvergunning. Ze vermoedde dat het handelen van de loketmedewerkers te maken had met deze beslissing.
De vrouw wendde zich tot de Nationale ombudsman. Ze klaagde over de wijze waarop de medewerkers van de IND zich tegenover haar hadden gedragen. Ze vond het niet juist dat de medewerkers haar zonder enige uitleg vergaande vragen over haar echtscheidingsprocedure hadden gesteld. De medewerkers hadden haar ten minste moeten informeren dat er een beslissing op het bezwaarschift aankwam en daarbij kunnen uitleggen wat dit zou betekenen voor haar aanvraag voor een terugkeervisum.
De ombudsman stelde voorop dat de IND aan de vrouw vragen mocht stellen om te kunnen beoordelen of er voor het bijwonen van de echtscheidingsprocedure een terugkeervisum kon worden verleend. Ook als de verblijfsstatus van die persoon op korte termijn komt te vervallen, dient de IND te onderzoeken of de aanvrager toch voor een terugkeervisum in aanmerking komt. Verder kon de ombudsman de IND ook volgen in het standpunt dat de loketmedewerkers geen mededeling aan de vrouw konden doen over de voorgenomen beslissing op het bezwaarschrift. Die beslissing was op dat moment namelijk nog niet definitief en kon nog worden gewijzigd. De ombudsman vond wel dat de medewerkers van de IND aan de vrouw hadden moeten uitleggen waarom zij haar vergaande vragen over haar echtscheidingsprocedure stelden. Ze hadden haar dus moeten informeren dat zij die vragen stelden om te onderzoeken of er sprake was van een situatie waarin haar toch een terugkeervisum kon worden gegeven. De medewerkers van de IND hebben dit niet gedaan. De ombudsman vond de klacht van de vrouw op dit punt terecht.