Een echtpaar heeft een geschil met de gemeente over de bestemming van hun stuk grond. De gemeente heeft de bestemming aangepast zonder het echtpaar daarover te informeren. Meneer en mevrouw zijn daarom naar de bestuursrechter gestapt. Zij klagen erover dat de gemeente de bestemming niet snel genoeg heeft gewijzigd na de uitspraak van de bestuursrechter. En dat zij te makkelijk over de vertraging is heengestapt. Ook vindt het echtpaar dat de gemeente actiever contact had moeten zoeken. Nu moest het echtpaar zelf steeds naar de stand van zaken vragen.
De gemeente behandelt de klachten van het echtpaar. Daarover zijn meneer en mevrouw niet tevreden. Daarom vragen zij de ombudsman naar hun klachten te kijken.
De ombudsman gaat in gesprek met het echtpaar en met de gemeente. De gemeente laat de ombudsman weten wat zij met de klacht gedaan heeft. En dat zij aan de slag is gegaan met (het verbeteren van) haar dienstverlening. Ze kijkt onder andere naar hoe er sneller en efficiënter kan worden gewerkt. Hopelijk kan daarmee worden voorkomen dat zaken in de toekomst (onnodig) vertraging oplopen. Dit vindt de ombudsman een goede ontwikkeling. Als aandachtspunt geeft hij de gemeente wel mee dat het eerder opnemen van persoonlijk contact met het echtpaar ervoor had kunnen zorgen dat duidelijk was hoe de zaken ervoor stonden en wat er van de gemeente mocht worden verwacht.