Een vrouw heeft in januari 2020 een afspraak op het politiebureau om aangifte te doen. Tijdens dat bezoek neemt de politieagent de aangifte niet in behandeling. Mevrouw voelt zich niet goed behandeld door de agent. Daarom dient zij een voorwaardelijke klacht in over dat bezoek. Zij schrijft dat ze de klacht op een later moment aanvult. Op 12 december 2020 stuurt ze de politie meer informatie over haar klacht. Aan de hand daarvan heeft de politie een aantal vragen aan mevrouw. Ze vragen haar vóór 28 december meer informatie op te sturen. Omdat de politie in januari 2021 nog geen reactie van mevrouw heeft gehad, nemen ze de klacht niet in behandeling.
In februari stuurt mevrouw een e-mail naar de politie. Daarin geeft ze aan dat ze wil dat de politie haar klacht alsnog in behandeling neemt. De politie stuurt terug dat zij dat niet doen. Volgens de politie is de klacht ouder dan een jaar. Ook vindt de politie dat mevrouw te laat informatie opstuurde.
Na die brief, belt mevrouw op 24 februari met de politie. Dan wordt voor de politie pas duidelijk waar haar klacht over gaat. Dat was eerder niet duidelijk genoeg. Toch neemt de politie de klacht niet alsnog in behandeling. De vrouw is het niet eens met de reactie van de politie. Ze vraagt zich af of het wel klopt dat de politie haar klacht niet in behandeling neemt. Ze neemt contact op met de Nationale ombudsman.
Als een klacht een jaar na de gebeurtenis wordt ingediend, hoeft de klacht niet behandeld te worden. Maar in het rapport 'Professionele klachtbehandeling door de politie', concludeerde de ombudsman eerder dat het toch belangrijk is om open te staan voor oudere klachten. En zo nodig een oordeel te geven. In dit geval vindt de ombudsman het niet terecht dat de politie de klacht niet in behandeling nam. Ondanks dat de klacht ouder dan een jaar is.
De ombudsman concludeert dat de politie te weinig uitleg gaf over de afwijzing van de klacht. Die uitleg is altijd belangrijk, maar zeker in dit geval. Mevrouw had namelijk al twee keer binnen het jaar contact met de politie. Uit het dossier blijkt dat de politie na het telefoongesprek van 24 februari wél weet waar de klacht over gaat. De ombudsman begrijpt niet waarom de politie haar klacht toen niet alsnog in behandeling nam.
Door de klacht zonder goede reden niet te behandelen, gedraagt de politie zich niet behoorlijk. Behoorlijk optreden vraagt om actief luisteren naar een burger, en jezelf open en nieuwsgierig op te stellen. De politie handelde niet volgens de uitgangspunten van een rapport van de ombudsman. Daarom is de klacht van mevrouw gegrond.