Een man doet vijf keer examen voor zijn vrachtwagenrijbewijs. Maar de vijf examens worden door de examinatoren als onvoldoende beoordeeld. De man dient daarom een klacht in bij het CBR (Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen). Hij vindt dat hij zonder goede reden gezakt is en vroeg om een schadevergoeding. Tijdens een telefoongesprek met het CBR over zijn klacht, zegt de man iets over discriminatie door de examinatoren.
Het CBR neemt de klacht in behandeling en vraagt de examinatoren om een reactie. Daarna mag de man reageren op wat de examinatoren schrijven. Het CBR verklaart de klacht niet terecht. Het CBR gaat in principe uit van het oordeel van de examinator. Omdat deze deskundig is. En in dit geval vindt het CBR dat er geen reden is om te twijfelen aan het oordeel van de examinatoren.
De man is het hier niet mee eens. Hij dient een klacht in bij de Nationale ombudsman. Hij vindt dat het CBR zijn klacht niet serieus neemt en alleen maar naar zijn opmerking over discriminatie heeft gekeken. Terwijl hij deze opmerking tijdens een telefoongesprek met het CBR weer heeft ingetrokken. De man vindt dat het CBR niet inhoudelijk is ingegaan op zijn klacht. Daarnaast klaagt hij erover dat hij tijdens één van de examens met ingeklapte spiegels moest rijden.
De Nationale ombudsman kan zich voorstellen dat het heel vervelend is om het examen steeds opnieuw te moeten doen. Maar de Nationale ombudsman bekijkt klachten over de uitslag van een praktijkexamen terughoudend. Het is aan de examinator om als deskundige de rijvaardigheid te beoordelen.
De ombudsman vindt dat het CBR de klacht serieus nam en daar inhoudelijk naar heeft gekeken. En dat het CBR de klacht niet terecht kon vinden. Het is voor de ombudsman niet meer vast te stellen of de man zijn opmerking over discriminatie inderdaad terug heeft getrokken tijdens een telefoongesprek. Maar er is geen reden om aan te nemen dat het CBR de klacht daarna niet serieus nam. De toelichting van de man over hoe het bij de examens ging, is niet genoeg om te twijfelen aan het oordeel van de verschillende examinatoren.
Over het rijden met ingeklapte spiegels heeft het CBR uitgelegd dat dit normaal gesproken niet mag. Maar soms is het nodig om af te wijken van de regels. En als dit nodig is, wordt dit niet als fout gerekend van de kandidaat.