Na een echtscheiding is er veel onenigheid tussen een man en de vader van zijn kleinkinderen. De man (opa) is bezorgd over hoe zijn kleinkinderen worden behandeld. En hij voelt zich bedreigd door de vader.
De opa doet aangifte van bedreiging tegen de vader. Omgekeerd doet de vader dat ook tegen de opa. De politie zoekt de zaak uit. De officier van justitie vindt beide mannen schuldig aan bedreiging, maar legt geen straf op. Hij deelt de mannen mee dat hij beide aangiftes laat rusten als ze elkaar een jaar lang met rust laten. Dat wordt genoemd: voorwaardelijk sepot.
De opa is het daar niet mee eens. Hij vindt dat hij niets strafbaars heeft gedaan. Volgens hem moet de reden voor het sepot zijn dat hij onschuldig is. In zo'n geval gebruikt het Openbaar Ministerie (OM) sepotcode 01. Het OM wijst het verzoek van de man af. Daarna dient de man een klacht in bij de Nationale ombudsman.
De ombudsman vindt dat het OM genoeg uitleg heeft gegeven bij de beslissing om niet in te gaan op het verzoek van de man. Het OM wees daarbij op de aangifte en op verklaringen van ooggetuigen en van de opa zelf. Die had gezegd dat hij op de bewuste dag boos naar het gebouw was gegaan waar de vader toen was.
Volgens de opa had hij de vader daar op zijn gedrag aangesproken. Ooggetuigen zeggen dat de opa de vader bedreigde, maar dat klopt niet, zegt de opa. De ombudsman onderzocht daarom ook of het OM hier wel op is ingegaan.
Het OM reageerde en lichtte goed toe dat de verklaringen wél een rol spelen. En zelfs als daar twijfel over zou bestaan, betekent dat niet dat het OM voor code 01 had moeten kiezen. Daarvoor is namelijk bewijs van onschuld nodig. De Nationale ombudsman concludeert dat het OM in redelijkheid kon weigeren om de zaak af te handelen zoals de opa dat wilde.