Meneer krijgt meerdere bezoeken van de Inspectie Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW). Er werkt namelijk een medewerker uit het buitenland in zijn bedrijf. De bezoeken verlopen niet soepel. Meneer klaagt na afloop over het gedrag van de ambtenaar van de Inspectie SZW. Deze zou zich discriminerend en intimiderend hebben gedragen, onder andere door een ongepaste opmerking te doen in een e-mail. Daarnaast klaagt meneer erover dat de inspecteur, zonder dat hij het wist, informatie heeft opgevraagd bij zijn boekhouder. Daardoor zijn er volgens meneer onnodige kosten gemaakt. Hij had die informatie zelf kunnen aanleveren.
Meneer dient een klacht in bij de Inspectie SZW. Er vinden bijeenkomsten plaats waar meneer zijn verhaal mag doen (hoorzittingen). Zijn klacht wordt ongegrond verklaard. Daarom vraagt hij de Nationale ombudsman naar de klacht te kijken.
De ombudsman vraagt de inspectie SZW om uitleg. De Inspectie SZW zegt dat de opmerking in de e-mail is gedaan omdat het bezoek aan het bedrijf tot een provocerende situatie leidde. Wel zegt de inspectie SZW met de inspecteur in gesprek te gaan over het belang van een professionele houding.
Over het opvragen van informatie zegt de Inspectie dat dit volgens de wet- en regelgeving gewoon mag. En dat meneer zelf de contactgegevens van de boekhouder heeft gegeven.
De Nationale ombudsman vindt dat de opmerking, zoals die is gedaan in de e-mail, niet netjes is. Allereerst zou een medewerker van de inspectie getraind moeten zijn op het omgaan met lastige situaties. Maar nog belangrijker, de e-mail is geschreven een dag na de provocerende situatie zelf. De ombudsman wil benadrukken dat het belangrijk is dat medewerkers van de overheid zich altijd professioneel blijven gedragen. En dat de Inspectie SZW hier oog voor moet hebben. Het opvragen van de informatie bij de boekhouder, vindt de Nationale ombudsman niet onredelijk.