Een vrouw klaagt over de wijze waarop haar teamleider haar contract als uitzendkracht tijdens een gesprek per direct heeft opgezegd. Ze vindt dat de werkgever, een overheidsinstantie, haar klacht hierover niet correct heeft afgehandeld. De Nationale ombudsman heeft de klacht getoetst aan het behoorlijkheidsvereiste van fatsoenlijke bejegening.
De eis van fatsoenlijke bejegening houdt in dat de overheid de burger respecteert, hem fatsoenlijk behandelt en hulpvaardig is. De eis van fatsoenlijke bejegening brengt met zich mee dat een leidinggevende op een correcte wijze gesprekken voert met zijn medewerkers. Dit geldt voor medewerkers die in dienst zijn bij de overheid, maar ook voor uitzendkrachten.
Op basis van de informatie die door de werkgever en verzoeker is verstrekt, komt de Nationale ombudsman tot de conclusie dat de klacht gegrond is. Volgens hem is het onderzochte gedrag niet in overeenstemming met de eis van fatsoenlijke bejegening. Van een leidinggevende mag verwacht worden dat hij met medewerkers op een nette manier gesprekken voert en deze niet uit de hand laat lopen. In deze specifieke situatie gaat het hierbij dus niet alleen over het bewuste gesprek, maar ook over de hele gang van zaken rondom het gesprek. Dus ook de voorbereiding en de nazorg. In de brief licht de Nationale ombudsman dit verder toe.