Verzoekster, die de Surinaamse nationaliteit had en in Suriname woonachtig was, klaagde erover dat de Visadienst (ondergebracht bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst) van haar verlangde dat zij via een speciaal daarvoor vastgesteld formulier een MVV-adviesverzoek zou indienen, terwijl zij:
als partner van een EU-onderdaan in het bezit diende te worden gesteld van een inreisvisum en;
reeds bij brief van 10 mei 2012 een MVV-adviesverzoek had ingediend bij de Visadienst en daarbij alle benodigde stukken had meegestuurd.
Naar het oordeel van de Nationale ombudsman heeft de Visadienst het vereiste van maatwerk geschonden. De Nationale ombudsman heeft er begrip voor dat de Visadienst, ook in het belang van de vreemdeling, gebruik maakt van voorgeschreven aanvraagformulieren om aanvragen of verzoeken op efficiënte en ordelijke wijze te kunnen verwerken. Dit betekent echter niet dat, wanneer iemand op andere wijze (schriftelijk) een aanvraag of verzoek indient en daarbij de benodigde gegevens bijvoegt, de aanvraag of het verzoek enkel vanwege het niet gebruiken van het voorgeschreven formulier buiten behandeling moet worden gesteld. Dit geldt te meer nu niet is gebleken dat het op andere wijze indienen van een aanvraag tot administratieve problemen zou leiden. Naar het oordeel van de Nationale ombudsman had de Visadienst verzoeksters brief van 10 mei 2012, waarbij zij een MVV-adviesverzoek deed, in behandeling moeten nemen. Voor zover essentiële gegevens ontbraken, had de Visadienst verzoekster in de gelegenheid moeten stellen om deze gegevens alsnog aan te leveren. Immers, op grond van paragraaf B1/1.1.2 van de Vreemdelingencirculaire 2000 had de Visadienst verzoekster een hersteltermijn van twee weken moeten verlenen. De Visadienst heeft verzoeksters brief van 10 mei 2012 echter, zonder het verlenen van een hersteltermijn, buiten behandeling gesteld.