Verzoeker werd op straat beroofd en bewusteloos geslagen. De verdachten werden strafrechtelijk vervolgd en verzoeker gaf aan de officier van justitie aan dat hij geïnformeerd wilde worden over het verloop van de strafzaak. Desondanks kreeg verzoeker niet te horen dat de verdachten door de rechtbank waren vrijgesproken. Verzoeker vroeg de officier van justitie en later de strafgriffie van de rechtbank om een proces-verbaal van de terechtzitting, een afschrift van het requisitoir van de officier van justitie en een kopie van het vonnis. De strafgriffie en het Openbaar Ministerie weigerden dit omdat het verzoek niet binnen drie maanden na de terechtzitting was voorgelegd. In reactie op de klacht van verzoeker, deelde de hoofdofficier van justitie hem mee dat per abuis naar de drie maanden-regel was verwezen, omdat die regel alleen voor de politierechter geldt, maar dat het vonnis toch niet zou worden verstrekt omdat er in deze zaak sprake was van vrijspraak.
Verzoeker vond dat hij als slachtoffer van een strafbaar feit recht had op een compleet dossier van de strafzaak en klaagde bij de Nationale ombudsman over het feit dat aan hem geen proces-verbaal van de terechtzitting en geen requisitoir werden verstrekt. De Nationale ombudsman legde de klacht voor aan de hoofdofficier van justitie en het bestuur van de rechtbank. De president van de rechtbank gaf aan dat de klacht van verzoeker over de weigering tot verstrekking te laat was ingediend en verwees opnieuw naar de drie maanden regel. De hoofdofficier van justitie liet weten dat er geen geschreven requisitoir was in deze zaak, maar dat de betrokken officier van justitie haar requisitoir aan de hand van een paar steekwoorden had gehouden.
De Nationale ombudsman is op grond van artikel 365, vierde lid van het Wetboek van Strafvordering van oordeel dat het niet aan een medewerkster van de griffie of het bestuur van de rechtbank is om te beslissen op een verzoek om een afschrift van het proces-verbaal van de terechtzitting en het vonnis, maar aan de voorzitter van de meervoudige kamer die de strafzaak heeft behandeld. Doordat de medewerkster van de griffie verzuimde om het verzoek door te spelen naar de voorzitter van de betrokken strafkamer, werd het vereiste van fair play geschonden. De Nationale ombudsman geeft het bestuur van de rechtbank in overweging om het verzoek van verzoeker alsnog voor te leggen aan de voorzitter van de betrokken strafkamer.
De klacht over het niet verstrekken van het requisitoir van de officier van justitie is gegrond wegens strijd met het vereiste van goede informatieverstrekking. De Nationale ombudsman geeft de hoofdofficier van justitie in overweging dat verzoeker door de behandelend officier van justitie in een persoonlijk gesprek wordt geïnformeerd over de gang van zaken tijdens de terechtzitting en het standpunt dat de officier van justitie in het requisitoir heeft ingenomen.
Deze zaak schetst een zorgelijk beeld van de positie van slachtoffers van geweldsmisdrijven. De Nationale ombudsman heeft na overleg met onder andere het Platform Slachtofferzorg "Spelregels voor de behoorlijke omgang met slachtoffers in het strafproces" ontwikkeld.