Fatih (niet de echte naam) gaat samen met zijn vrouw op vakantie naar Marokko. Bij aankomst in Casablanca houdt de grensbewaking hem tegen. Fatih mag het land niet in en moet meekomen. Een officier zet hem in een verhoorkamer. De officier wil onder andere weten of hij ooit in het Midden-Oosten is geweest.
Fatih kan geen Arabisch, maar probeert antwoord te geven op alle vragen. Hij hoopt dat dan alles goedkomt. Maar dat is niet zo. Na het verhoor plaatst de officier hem in een cel. Fatih snapt er helemaal niets van. Hij weet niet waarom hij vastgehouden wordt en krijgt geen informatie van de grensbewaking.
Waar word ik van verdacht?
Pas na twee dagen laat de Marokkaanse grensbewaking hem gaan. Fatih wordt samen met zijn vrouw op een vliegtuig terug naar Nederland gezet. In Nederland vraagt hij aan de marechaussee of zij weten waarom de Marokkaanse grensbewaking hem vasthield. Maar de marechaussee zegt dat ze hierover niets in het systeem kan zien.
Geregistreerd
Fatih weet nog steeds niet waar hij precies van verdacht werd. Wel denkt hij inmiddels dat een CTER-registratie de reden is voor zijn aanhouding. CTER staat voor Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering. Hiermee kan de Nederlandse overheid burgers registreren die mogelijk een dreiging voor de samenleving (gaan) vormen. Die informatie kan Nederland dan weer met andere landen delen.
Geen informatie
De laatste jaren meldden meerdere mensen zoals Fatih zich bij mij met soortgelijke verhalen. Zij weten vaak niet dat zij een CTER-registratie hebben of wat daar de oorzaak van is. Daardoor komen zij onverwacht in de problemen terecht, blijkt uit ons onderzoek. Bijvoorbeeld als ze op vakantie gaan en een land niet in mogen, of zoals Fatih opeens in een cel worden gezet. Als deze mensen de overheid vragen om informatie over de CTER-melding, krijgen ze vaak te horen dat die informatie niet gedeeld kan worden. Of dat het al verwijderd is. De overheid weet vaak niet wat andere landen met de informatie doen, of hoe lang zij het bewaren.
Rechten onder druk
Dat vind ik een slechte zaak. Ik begrijp dat de overheid de samenleving wil beschermen tegen de dreiging van gevaarlijke mensen. Dat is ook belangrijk, want onze veiligheid is een groot goed. Tegelijkertijd staan de rechten van burgers zoals Fatih onder druk. Zij moeten ervan uit kunnen gaan dat de overheid altijd goed rekening houdt met hun rechten. Ook wanneer de overheid de nationale veiligheid beschermt. Meer aandacht voor de rechten van de mens betekent namelijk niet automatisch minder aandacht voor de veiligheid.
Deze column is ook verschenen in De Telegraaf van 16 november 2024.
De persoon op de foto is niet de persoon uit de tekst.