De overheid verwacht dat burgers blind vertrouwen op het veiligheidssysteem, maar stelt daar te weinig tegenover. Dit zegt de Nationale ombudsman in zijn onderzoek naar Contraterrorisme, Extremisme en Radicalisering (CTER) registraties van burgers. Juist omdat overheidsorganisaties niet volledig transparant kunnen zijn vanwege de nationale veiligheid, moet toezicht en rechtsbescherming goed zijn georganiseerd. Dat is nu niet het geval.
Onder politieke druk begon de overheid in 2012 een lijst bij te houden van (mogelijke) uitreizigers naar jihadistisch strijdgebied. Sinds 2018 is er een landelijke aanpak. Hierbij registeren en monitoren de politie en de Koninklijke Marechaussee personen die mogelijk een dreiging voor de samenleving gaan vormen. Naast jihadisme wordt ook gekeken naar links- en rechtsextremisme. Hoewel er na 2018 de nodige verbeteringen zijn doorgevoerd, is de ombudsman kritisch over het huidige proces.
Black box
De ombudsman noemt het CTER-proces een ‘black box’. Burgers weten niet dát ze in beeld zijn en met welke instanties en landen informatie over hen wordt gedeeld. Hierdoor komt hun recht op privacy onder druk te staan. Mensen kunnen onverwachts in de problemen komen. Bijvoorbeeld als ze op vakantie het land van bestemming niet in mogen of in het buitenland vast komen te zitten. Hierdoor worden zij beperkt in hun recht op bewegingsvrijheid en in sommige gevallen kunnen zij hierdoor hun familie niet meer zien.
Rechtsbescherming niet op orde
Het onderzoek van de ombudsman laat zien dat het voor burgers vrijwel onmogelijk is om hun registratie aan te vechten. In reactie op hun inzageverzoek krijgen ze vaak te horen dat de gevraagde informatie niet gedeeld kan worden in verband met de nationale veiligheid. Of dat de informatie al verwijderd is. Procedures bij onafhankelijke organisaties zijn bij burgers onbekend en niet laagdrempelig. Het lukt burgers niet om een antwoord te krijgen op de vraag; wat is er nu eigenlijk gebeurd en mocht dat?
Individuele rechten onder druk
De burger kan er volgens de ombudsman niet blind op vertrouwen dat zijn individuele rechten en vrijheden voldoende zijn beschermd. CTER-registraties staan op gespannen voet met de individuele rechten en vrijheden van burgers. De ombudsman roept betrokken instanties op het proces op orde te brengen en het perspectief van de burger structureel mee te wegen bij de beslissingen die zij nemen.
Onafhankelijk toezicht te mager
Onafhankelijk toezicht op het CTER-proces is volgens de ombudsman te mager georganiseerd. Een structurele blik van buiten ontbreekt. Het toezicht is nu vooral achteraf georganiseerd. Fouten worden pas zichtbaar nadat de gevolgen al hebben plaatsgevonden. De ombudsman roept de minister op om werk te maken van onafhankelijk en structureel toezicht. Dit toezicht zou net zo stevig moeten zijn als het toezicht op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. In beide gevallen gaat om het verwerken en zo nodig delen van zeer gevoelige informatie.
Oproep aan minister
De ombudsman roept de minister van Justitie en Veiligheid op om de genoemde tekortkomingen aan te pakken. Zodat toezicht en rechtsbescherming goed zijn georganiseerd en mensenrechten en nationale veiligheid met elkaar in balans zijn.