Een man heeft een bezwaarschrift ingediend voor het belastingjaar 2018. Het gaat om het box-3 rechtsherstel. De man wil echter ook rechtsherstel voor de jaren 2017, 2019 en 2020. Voor de laatste jaren ziet de Belastingdienst deze man als niet-bezwaarmaker. Volgens de Belastingdienst is er namelijk geen tijdig ingediend bezwaarschrift. De man is het hiermee oneens.
Voor iedereen die geen of te laat bezwaar heeft gemaakt en dus geen rechtsherstel voor box 3 over de jaren 2017 tot en met 2020 heeft gehad geldt de massaal bezwaar-plus procedure.
De vraag of deze "niet-bezwaarmakers" in aanmerking komen voor rechtsherstel box-3 is een rechtsvraag die door de Belastingdienst aan de rechter is voorgelegd. Momenteel loopt hierover een procedure bij de Hoge Raad. De ombudsman speelt hierin geen rol.
Onder de oude regeling deed iedereen mee zonder dat het maken van bezwaar nodig was. Op grond van de wetswijziging dient met ingang vanaf 1 januari 2016, een belastingplichtige die in aanmerking wil komen voor rechtsherstel tijdig bezwaar te maken tegen de box3-heffing. De Belastingdienst heeft actief en breed gecommuniceerd over de wetswijziging. Er is een nieuwsbericht op de website van de Belastingdienst geplaatst. Ook zijn kanalen zoals sociale media en de Belastingtelefoon ingezet voor het verspreiden van deze boodschap. Belangrijk is dat de Belastingdienst een schriftelijke ontvangstbevestiging verstuurt aan de deelnemers van de massaal bezwaarprocedure.
De informatie die vanuit de Belastingdienst is verstrekt, is volledig en duidelijk. Daarom vindt de ombudsman de klacht van de man ongegrond.