Vroegsignalering is een belangrijk instrument voor gemeenten om jongeren met beginnende schulden te helpen. Toch lukt het niet alle gemeenten om hen te bereiken, blijkt uit ons onderzoek Hoe eerder, hoe beter. Bindkracht10 organiseert sinds 2021 de vroegsignalering voor jongeren in Nijmegen. Mét succes. Projectleider Arlette van der Gun en financieel coach Richma Basropansingh delen hun ervaringen en tips.
Bindkracht begon middenin de coronacrisis met een pilot vroegsignalering voor jongeren in Nijmegen. Vanwege succes is die dienstverlening in opdracht van de gemeente inmiddels omgezet naar een structureel aanbod. Samen zijn Arlette (links op de foto) en Richma (rechts op de foto) de drijvende kracht achter de jongerenaanpak bij vroegsignalering.
Bij vroegsignalering geven vastelastenpartners (zoals een verhuurder of zorgverzekeraars) betalingsachterstanden van mensen door aan de gemeente. Zo komt iemand met een beginnende schuld eerder in beeld.
Persoonlijk contact als basis
Richma pakt maandelijks ongeveer 45 van dit soort signalen actief op. Daarvan benadert ze ruim 80% persoonlijk, door te bellen of te appen via Whatsapp. Bij een kwart van de mensen gaat ze thuis langs en belt ze aan.
Als iemand dan niet thuis is, doet Richma een vouwkaart door de brievenbus. Samen met een handgeschreven briefje én de foto's en telefoonnummers van Richma en de jongerenwerker met wie ze langs gaat. "Als ik na de vouwkaart nog bel, hebben ze toch al een keer je naam of foto gezien", vertelt Richma over die persoonlijke boodschap. "Dan is er toch een bepaalde herkenning. Dat helpt ook om het argwaan weg te nemen."
Samen op huisbezoek
Als er eenmaal contact is, volgt vaak een huisbezoek en intake. Dat bezoek doet Richma niet alleen, maar altijd samen met een jongerenwerker. Een rol die je niet kan onderschatten", legt Arlette uit. "Vanwege hun netwerk in de buurt, maar ook omdat ze beter weten wat jongeren bezighoudt. Die aansluiting op hun leefwereld is heel belangrijk."
Richma: "Ik heb tijdens een huisbezoek wel eens twintig minuten geluisterd naar een gesprek tussen een jongen en de jongerenwerker over een game waar ik nog nooit van had gehoord. En ik kon in de tussentijd alleen maar naar de stapels ongeopende post kijken. Toch was dat nodig om het ijs te breken. Daarna ben ik samen met hem de brieven gaan openen en kon ik hem verder helpen."
Gebrek aan financiële kennis
Een van de dingen die bij de vele huisbezoeken opviel is het gebrek aan financiële kennis van veel jongeren. Ook bij HBO- en WO-studenten. "Dat kan een valkuil zijn. Want je denkt snel: ze zijn hoogopgeleid, ze zullen vast wel weten hoe het in elkaar zit. Maar meer dan de helft van de jongeren die ik spreek weet bijvoorbeeld niet dat er een eigen risico is, en hoe dat precies werkt", vertelt Richma. "Dan is het belangrijk dat je hen helpt om die kennis op te doen, maar ook om het toe te passen. Zodat ze daarmee een basis kunnen leggen voor de toekomst."
"Het gaat vaak ook om gedragsverandering", vult Arlette aan. 'Het is soms net als diëten: iedereen weet dat je aantal dingen wel of niet moet eten om gezond te leven. Maar het doen is echt een tweede. Geld heeft bij jongeren vaak niet de focus. De gevolgen van hun keuzes spelen vaak pas op de lange termijn. Dat is voor veel jongeren te abstract. Dus dan is het juist belangrijk dat je een langer traject met ze aangaat."
Ga niet bemoederen
Bij veel trajecten die Bindkracht10 begint spreekt Richma in meerdere maanden verschillende keren met iemand af. Hoewel die trajecten enorm kunnen verschillen, is het belangrijk dat de jongere daarbij altijd regie houdt. "Ga dus niet als een moeder wijzen en zeggen dat ze ook nog dit en dat moeten doen. Dan sla je echt de plank mis. Je moet meebewegen met de jongeren en de hulpvraag die ze hebben."
Jongeren willen veel ook zelf uitzoeken. Dus zorg dat zij zelf de regie houden over hun eigen hulpvraag.
"Waar bemoei jij je mee?"
Dat is tegelijkertijd een belangrijk verschil met volwassen, legt Arlette uit: "Volwassenen accepteren wat meer dat je bepaalde dienstverlening aanbiedt. En dat je soms wat moet doorlopen om samen ergens te komen. Bij jongeren kan je dan snel in hun allergie gaan zitten". Die hebben eerder zoiets van: waar bemoei jij je mee?"
Richma: "Over het algemeen staan volwassen meer open voor advies. Jongeren willen veel ook zelf uitzoeken. Dus zorg dat zij zelf de regie houden over hun eigen hulpvraag. Wij benadrukken ook altijd heel duidelijk dat onze hulp volledig vrijblijvend is."
De aanhouder wint
Arlette: "En je zal af en toe best op je handen moeten kunnen zitten." Richma knikt. "Het moet soms bij ze landen. Het gebeurt regelmatig dat ze na een eerste gesprek vriendelijk bedanken voor hulp. En dan in een later stadium alsnog via de app contact zoeken, met de vraag of we met iets kunnen helpen", zegt Richma. "Mijn grootste tip? Blijf volhouden met het contact proberen te maken. Denk niet naar twee pogingen: dit gaat hem niet worden. Vaak geldt dat de aanhouder wint."
De Nationale ombudsman publiceerde onlangs het onderzoek Hoe eerder hoe beter. Daarin bevelen we gemeenten onder andere aan om meer persoonlijk contact met inwoners te maken. Onder andere door:
- Communicatiemiddelen te kiezen die aansluiten bij de leefwereld van de burger.
- De toon en inhoud van de communicatie af stemmen op de doelgroep.
- Zo nodig meerdere pogingen te ondernemen om persoonlijk contact te krijgen.
Meer weten over de conclusies en aanbevelingen van de ombudsman? Meld je dan aan voor de online Q&A sessie op 18 maart over dit onderzoek, en stel je vraag aan het onderzoeksteam!
Aanmelden kan via de Raadbaak, dé online community voor intermediairs en professionals die in contact staan met burgers.