Een mevrouw vraagt bij het UWV een Ziektewetuitkering aan. Het UWV wijst haar aanvraag af. Mevrouw gaat in bezwaar en beroep. De rechter oordeelt dat het besluit van het UWV terecht was.
Mevrouw laat het er niet bij zitten. Ze vindt dat het UWV haar toch een uitkering moet geven en klaagt hierover bij het UWV. Ze wil een gesprek over een oplossing voor haar situatie. De klachtenambassadeur van het UWV gaat in gesprek met mevrouw. Hij wijst er wel op dat een inhoudelijke beoordeling thuis hoort in een juridische procedure. Mevrouw kiest ervoor geen verdere juridische stappen te nemen. Ze gaat niet in hoger beroep, maar blijft vragen stellen aan het UWV. Dit gaat zo een aantal jaren door.
Het UWV blijft de vragen van mevrouw beantwoorden. Verschillende afdelingen van het UWV bekijken de zaak. Toch blijft de conclusie van het UWV steeds dat mevrouw geen recht heeft op een uitkering. Mevrouw accepteert deze uitkomst niet en blijft contact zoeken met het UWV. Uiteindelijk laat het UWV weten geen contact meer te willen met mevrouw. Het UWV heeft niets meer toe te voegen aan wat er eerder is besproken.
De Nationale ombudsman bekijkt de zaak. Hij concludeert dat het UWV er alles aan heeft gedaan om de vragen van mevrouw te beantwoorden. De ombudsman kan begrijpen dat het UWV geen contact meer wil met mevrouw. Het heeft namelijk geen zin om in herhaling te vallen. Mevrouw kan helaas niet bereiken wat ze graag zou willen. Volgens de ombudsman heeft het UWV de klacht van mevrouw goed en netjes behandeld.