2018/043 Politie niet duidelijk over beschikbaar stellen faciliteiten aan politieman die als burger aangifte doet

Rapport

Politieambtenaar J. deed op 7 oktober 2014 aangifte tegen verzoeker van smaad, laster en belediging. Hij dacht dat verzoeker achter de Facebookpagina "Foute Wouten" zat. Hierop werd politieambtenaar J. met naam en toenaam genoemd in verband met politieoptreden op 12 mei 2014, waarbij verzoeker werd aangehouden. Politieambtenaar J. voegde zich vervolgens als slachtoffer in de rechtszaak die tegen verzoeker volgde. De rechter sprak verzoeker vrij en verklaarde politieambtenaar J. in zijn vordering niet- ontvankelijk. Na de zitting werd verzoeker duidelijk dat een verzoek tot schadevergoeding was gedaan door de gemachtigde van politieambtenaar J., die werkzaam was als casemanager Geweld tegen politieambtenaren bij de politie. Bij dit verzoek was ook de slachtofferverklaring van politieambtenaar J. van 29 maart 2016 gevoegd. Hierin is onder meer de volgende passage opgenomen: "Uit het politieonderzoek bleek dat de heer M. (verzoeker) achter de Facebookpagina zit". Volgens verzoeker was er helemaal geen sprake van een politieonderzoek naar hem en had politieambtenaar J. dit vals verklaard om zijn slachtofferverklaring kracht bij te zetten. Verzoeker diende hierover een klacht in bij de politie. De politiechef verklaarde verzoeker in zijn klacht niet- ontvankelijk omdat politieambtenaar J. de betwiste slachtofferverklaring als privépersoon en niet in hoedanigheid van politieambtenaar had afgelegd.

Verzoeker vroeg vervolgens de Nationale ombudsman een onderzoek te doen naar de niet-ontvankelijk verklaring en de bewuste slachtofferverklaring.

De Nationale ombudsman vindt dat J. als politieambtenaar heeft gehandeld. Hij deed in hoedanigheid van politieambtenaar aangifte tegen verzoeker. Hij had zijn collega, de heer B. en casemanager Geweld tegen politieambtenaren gemachtigd om zijn verzoek tot schadevergoeding en de betreffende slachtofferverklaring te voegen aan het strafdossier. Ten slotte was de slachtofferverklaring opgesteld op papier van de politie. Hoewel uit de verklaring van politieambtenaar J. blijkt dat genoemde handelwijze en het gebruik van politiepapier geen bewuste keuze was en zonder enige bijbedoeling, kan het voegen als slachtoffer op deze wijze een bepaald effect als gevolg hebben, dat er niet kan zijn indien niet van genoemde mogelijkheden gebruik was gemaakt. Dit mogelijke effect is dat er meer waarde wordt toegekend aan informatie afkomstig van een politieambtenaar. Vanuit zijn professionaliteit had politieambtenaar J. zich hiervan bewust moeten zijn. In dat opzicht meent de Nationale ombudsman dat politieambtenaar J. handelde vanuit zijn functie als politieambtenaar. Deze handeling is daarom toe te rekenen aan de organisatie en dus aan de politiechef. De Nationale ombudsman acht zich dan ook bevoegd om te oordelen over de klacht. De Nationale ombudsman acht het onjuist dat de politiechef weliswaar het als privépersoon gebruik maken van papier met politielogo en het vragen van hulp aan de casemanager niet professioneel acht, maar toch de klacht niet in behandeling neemt. Ten aanzien van de slachtofferverklaring acht de Nationale ombudsman het niet aannemelijk dat politieambtenaar J. de bedoeling had valse informatie te verstrekken; het was een onhandige manier om aan te geven hoe hij zelf dacht over de Facebookpagina en wie erachter zou zitten. Van politieambtenaar J. had wel verwacht mogen worden dat bij het opnemen van de zin "uit het politieonderzoek bleek dat de heer M. (verzoeker) achter de Facebookpagina zit", bij verzoeker de indruk kon ontstaan dat er een (strafrechtelijk) politieonderzoek naar hem was gestart. Het is in ieder geval niet op voorhand duidelijk dat politieambtenaar J. hiermee zijn eigen bevindingen en conclusies bedoelde in verband met zijn eigen aangifte tegen verzoeker. De Nationale ombudsman vindt dat de politie na verzoekers klacht in een eerder stadium en actief duidelijkheid over de slachtofferverklaring had moeten verstrekken. Hier is duidelijk sprake van een gemiste kans om verzoeker alsnog die duidelijkheid te geven. Het was achteraf bezien niet nodig geweest om de ombudsman hiervoor formeel een onderzoek te laten starten.

Vereiste van goede motivering: niet behoorlijk

Vereiste van goede informatieverstrekking: niet behoorlijk

Instantie: Politie Oost-Nederland

Klacht:

slachtofferverklaring afgelegd met daarin valse informatie over een politieonderzoek naar verzoeker

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Politie Oost-Nederland

Klacht:

verzoeker in deze klacht niet ontvankelijk verklaard omdat de beklaagde politieambtenaar de gedraging als privépersoon zou hebben verricht en niet in hoedanigheid van politieambtenaar

Oordeel:

Gegrond