Op 29 maart is de Nationale ombudsman Reinier van Zutphen een onderzoek gestart naar de klachten van de heer Van L. en zijn partner over een rechtshulpverzoek van Nederland aan Thailand. De klachten gaan over de manier waarop het Openbaar Ministerie (OM) informatie heeft gedeeld met de Thaise autoriteiten over het rechtshulpverzoek.
Rechter
Inmiddels lijkt het erop dat het OM in de strafzaak tegen de heer Van L. een dagvaarding heeft uitgebracht. Dat betekent dat er sprake is van een aanhangige procedure bij de strafrechter. In dat geval beëindigt de Nationale ombudsman zijn onderzoek. Zo is dat in de wet vastgelegd.
Minister om opheldering gevraagd
Wat voor de Nationale ombudsman niet duidelijk is, is op welke datum de dagvaardging in de strafzaak tegen Van L. precies uitgebracht is. Deze informatie heeft hij nodig om te kunnen vaststellen tot wanneer hij bevoegd was onderzoek te doen naar de klacht. Hij heeft hier demissionair minister Blok van Veiligheid en Justitie om gevraagd.
Ook wil de ombudsman van de minister weten waarom OM, Justitie en politie tot die tijd niet mee wilden werken aan zijn onderzoek. Zij gaven hiervoor eerder als reden dat de ombudsman niet bevoegd was onderzoek te doen, omdat de zaak bij het OM in onderzoek was.
Van Zutphen: "In algemene zin is mijn brief erop gericht dat men ervan doordrongen is, dat als de ombudsman een onderzoek doet en hij bevoegd is, alle overheden in Nederland moeten meewerken".
Beëindiging onderzoek
Zodra de Nationale ombudsman van de minister gehoord heeft op welke datum de zaak tegen de heer Van L. aanhangig is gemaakt, zal hij zijn onderzoek formeel beëindigen.