- Verzoeker en zijn echtgenote verhuisden in 2003 van Nederland naar België. Verzoeker bleef in Nederland werken en werd daardoor grensarbeider. In 2006 verhuisden verzoeker en zijn echtgenote naar een ander adres in België. De Belgische zorgverzekeraar van verzoeker had het Zorginstituut Nederland op 10 december 2009 een bericht gestuurd over een wijziging in de gezinssituatie van verzoeker. In dit bericht stond het nieuwe adres van verzoeker vermeld. Het Zorginstituut had deze adreswijziging echter niet opgemerkt.
Het Zorginstituut zond verzoeker in 2010 jaarrekeningen inzake de Zorgverzekeringswet voor de jaren 2006 tot en met 2009. Verzoeker ontving deze echter niet, omdat het Zorginstituut de jaarafrekeningen naar zijn oude adres stuurde. Er gebeurde vervolgens niets, omdat verzoeker niet reageerde op de jaarrekeningen en het Zorginstituut daarop niets ondernam.In 2013 vroeg verzoeker een FPU-regeling (Flexibel Pensioen en Uittreden) aan bij het Zorginstituut en vermeldde daarbij zijn woonadres.Op 18 maart 2014 zond het Zorginstituut een betalingsherinnering over de jaren 2006 tot en met 2009 aan het juiste adres van verzoeker in verband met de eerdere jaarrekeningen die het in 2010 aan hem had verzonden.Op 4 mei 2014 stuurde verzoeker per e-mail een klacht aan het Zorginstituut over de betalingsherinneringen die hij ontving over de jaarafrekeningen 2006 tot en met 2009.
De Nationale ombudsman opende op 24 juni 2015 schriftelijk onderzoek naar de klacht van verzoeker. Na een tussentijdse wijziging, was de definitieve klachtformulering als volgt:
Verzoeker klaagt erover dat het Zorginstituut Nederland hem pas in 2014 (op zijn juiste adres) jaarrekeningen heeft gezonden over de periode 2006 tot en met 2009.
De Nationale ombudsman beoordeelt de gedraging van het Zorginstituut aan de hand van het behoorlijkheidsvereiste van goede organisatie.
Het Zorginstituut gaf zelf aan dat het verzoeker voor de jaren 2006 en 2007 op onjuiste grond facturen had gestuurd. Het Zorginstituut heeft geen wettelijke termijnen overschreden door de beschikkingen voor de jaren 2008 en 2009, weliswaar naar het verkeerde adres, aan verzoeker te sturen. Daarnaast heeft het Zorginstituut een bezwaarschrift van verzoeker tegen de beschikkingen behandeld en had verzoeker de mogelijkheid om bij de rechter beroep aan te tekenen tegen de beslissing van het Zorginstituut op bezwaar. Hoewel het Zorginstituut juridisch gezien correct heeft gehandeld, heeft het nagelaten om de jaarrekeningen naar het goede adres te sturen en heeft het verzuimd om het juiste adres van verzoeker te achterhalen toen het geen reactie ontving op de verstuurde jaarrekeningen. Het komt in dit specifieke geval voor rekening van het Zorginstituut dat verzoeker niet eerder dan in 2014 voor het eerst jaarrekeningen heeft ontvangen over 2008 en 2009. Een zodanig tijdsverloop is in deze zaak vanuit een oogpunt van behoorlijkheid te lang.
De klacht over de onderzochte gedraging van Zorginstituut Nederland is gegrond, wegens strijd met het vereiste van goede organisatie.