De Nationale ombudsman heeft de Minister van Veiligheid en Justitie in overweging gegeven om de Coulanceregeling Post Traumatische Stress Stoornis (PTSS) bij de politie op een aantal punten te herzien of aan te vullen. Hij heeft dit gedaan n.a.v. een signaal van enkele oud-politiefunctionarissen dat de regeling op belangrijke punten ongunstiger is dan de regeling die de Minister van Defensie voor veteranen met PTSS heeft opgesteld.
Het gaat bij de Coulanceregeling PTSS bij de politie om de volgende zorgpunten:
-
Onredelijke verschillen in de hoogte van schadevergoeding. De minister heeft gekozen voor een harde peildatum: 24 februari 1997. De verschillen in de hoogte van de schadevergoedingsbedragen tussen de periode vóór en de periode na die datum zijn onredelijk groot, vooral voor degenen die volledig arbeidsongeschikt zijn.
-
Ontnemen van recht om te procederen. De bedragen voor (im)materiële schadevergoeding worden uitbetaald tegen finale kwijting. Dit vindt de ombudsman niet juist. Hij vindt dat met het ontvangen van een uitkering niet het recht moet worden ontnomen om te procederen als de betrokkene vindt dat de schade hoger is.
-
Onduidelijkheid over toekomstige meldingen. In de regeling staat dat oud-agenten zich uiterlijk 31 december 2014 moeten melden. Wat gebeurt er met de meldingen van mensen die redelijkerwijs niet konden weten dat ze zich vóór die datum hadden moeten melden?
-
Problematisch bij bijstandsuitkering. Oud-agenten met een bijstandsuitkering komen in de problemen als de schadevergoeding als vermogen wordt gezien. De eenmalige uitkering zou dan ook opgenomen moeten worden in de vrij te laten vermogensbestanddelen voor toepassing van de Wet Werk en Bijstand.
- Hardheidsclausule. De regeling zou een hardheidsclausule moeten bevatten voor schrijnende gevallen die zijn ontstaan vóór 1 januari 1984 die anders buiten de regeling vallen.