Verzoeker ontving thuiszorg. Hij was hiervoor een eigen bijdrage verschuldigd, welke onder meer afhankelijk is van de hoogte van de vastgestelde maximale weekbijdrage. Deze maximale weekbijdrage is weer afhankelijk van de hoogte van het inkomen van verzoeker. De eigen bijdrage wordt namens de zorgverzekeraars berekend en geïnd door het CAK-BZ b.v. (CAK-BZ).
Omdat zijn inkomen op een gegeven moment sterk was gedaald, vroeg verzoeker het CAK-BZ om daarmee in het vervolg rekening te houden. Omdat hij geen reactie kreeg op dit verzoek, diende verzoeker daarover een klacht in. In reactie op de klacht beloofde het CAK-BZ bij brief van 29 juni 2004 dat hij binnenkort gecorrigeerde facturen zou ontvangen. Verzoeker klaagt erover dat het CAK-BZ deze toezegging niet is nagekomen.
De Nationale ombudsman overwoog dat het CAK-BZ verzoeker binnen de toegezegde termijn had moeten informeren dat hij geen gecorrigeerde facturen zou ontvangen omdat de daling van zijn inkomen geen invloed had op de hoogte van de eerder verzonden facturen. Door verzoeker pas na verloop van ruim een half jaar te informeren, heeft het CAK-BZ in strijd gehandeld met het vereiste van rechtszekerheid. De klacht was op dit punt “gegrond”.
Overige klachtonderdelen:
de behandelingsduur van het bezwaarschrift door de zorgverzekeraar;
de behandeling van de klacht door de zorgverzekeraar;
het niet nakomen van een toezegging om een nieuwe beschikking te sturen door het CAK-BZ;
niet nakomen van een toezegging met betrekking tot het stopzetten van een incassoprocedure door het CAK-BZ.