2005/239

Rapport

Rapport 2005/0239

Verzoeker legde op 24 februari 2004 een rijexamen af voor het rijbewijs categorie B.

Het examen werd in aanwezigheid van verzoekers rij-instructeur afgenomen door examinator van de Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen (CBR). De uitkomst van het examen was negatief.

Verzoeker klaagde er onder meer over dat de rij-examinator van het CBR het door hem op 24 februari 2004 afgelegde examen rijbewijs B ten onrechte als onvoldoende had beoordeeld. In dit verband wees hij erop dat zijn rij-instructeur van mening was dat hij gelet op zijn verrichtingen wel was geslaagd.

Het is aan een examinator om te beoordelen of de kandidaat bij het praktijkexamen heeft voldaan aan de gestelde eisen. Bij verschil van mening over de beoordeling van het examen zoals dat door de kandidaat is afgelegd, dient daarom in beginsel te worden uitgegaan van het oordeel van de examinator. De juistheid van dat oordeel kan de Nationale ombudsman alleen marginaal toetsen. Dat betekent dat het oordeel van de examinator slechts kan worden aangemerkt als niet behoorlijk als feiten en omstandigheden aannemelijk zijn geworden die de conclusie kunnen dragen dat de examinator niet in redelijkheid tot dat oordeel heeft kunnen komen.

De examinator, die voor in de auto zat, verklaarde dat verzoeker teveel gebruik had gemaakt van de koppeling. Verzoekers rij-instructeur liet weten dat hij door zijn positie op de achterbank weliswaar niet kon zien of de koppeling was ingetrapt, maar dat hij dat wel zou hebben kunnen voelen. Hij deelde mee dat hij niet had gemerkt dat verzoeker de koppeling teveel had ingetrapt. Daarnaast verklaarde hij dat verzoeker wat hem betreft niet had hoeven zakken.

Nu de examinator voor in de auto zat en vanuit die positie constateerde dat verzoeker teveel de koppeling had ingetrapt, hecht de Nationale ombudsman meer waarde aan zijn verklaring en oordeelt hij, mede in het licht van de marginale toetsing , dat geen feiten en omstandigheden aannemelijk waren geworden die de conclusie kunnen dragen dat de examinator niet in redelijkheid tot zijn oordeel heeft kunnen komen

Overige gedragingen:

- klachtafhandeling in strijd met het motiveringsvereiste

- telefonisch horen

Instantie: Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen

Klacht:

Het door verzoeker afgelegde examen rijbewijs B ten onrechte als onvoldoende beoordeeld;.

Oordeel:

Niet gegrond

Instantie: Stichting Centraal Bureau Rijvaardigheidsbewijzen

Klacht:

Verzoekers klacht onvoldoende gemotiveerd afgehandeld.

Oordeel:

Gegrond