Mede namens verzoekster was een brief gezonden aan het arrondissementsparket met de vraag wat met een bepaalde aangifte was gedaan.
In deze zaak klaagde verzoekster er in de eerste plaats over dat de officier van justitie niet inhoudelijk heeft gereageerd op de brief die zij aan het arrondissementsparket had gezonden.
Uit het onderzoek van de Nationale ombudsman kwam naar voren dat op verzoeksters brief geen adequaat antwoord was gegeven, waarmee was gehandeld in strijd met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking, de onderzochte gedraging was niet behoorlijk.
Ook verzoeksters tweede klacht, dat de hoofdofficier van justitie haar klacht over het uitblijven van een reactie op haar eerder genoemde brief niet conform de Algemene wet bestuursrecht had behandeld, achtte de Nationale ombudsman gegrond. In dit geval was niet gebleken van een klachtadviesprocedure of van een verdaging, maar toch was haar klacht niet binnen zes weken of eerder afgehandeld. Op dit punt was gehandeld in strijd met het vereiste van voortvarendheid.