Op 1 mei 2004 zond de gemachtigde van verzoeker de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND) een nota ten bedrage van € 966 totaal welke was gebaseerd op twee proceskostenveroordelingen van € 644 en van € 322. Na verloop van tijd betaalde de IND slechts € 644 terwijl niet duidelijk werd waarom het restbedrag niet werd uitbetaald.
Verzoeker klaagde er daarom over dat de IND niet was overgegaan tot volledige uitbetaling van de nota.
De Nationale ombudsman overwoog dat de IND in eerste instantie de nota deels niet had voldaan omdat de toepasselijke procedure niet correct was gevolgd en dat de IND later een toezegging van de minister om de fout te herstellen door het verschuldigde bedrag alsnog over te maken om onbekende redenen niet was gekomen.
Gelet op het voorgaande concludeert de Nationale ombudsman dat de IND tekort is geschoten vanuit het oogpunt van administratieve nauwkeurigheid en oordeelde dat de onderzochte gedraging van de IND “niet behoorlijk” was geweest.