2006/384

Rapport

Verzoeker had een bekeuring gekregen op grond van de WAHV. Verzoeker ging tegen de beschikking in beroep. De kantonrechter verklaarde het beroep gegrond. Vervolgens betaalde het CJIB de zekerheidsstelling niet op tijd terug. Pas nadat verzoeker om vergoeding van de wettelijke rente verzocht, werd door het CJIB overgegaan tot uitkering.

Verzoeker klaagde erover dat het CJIB bij de te late terug­betaling van een bekeuring niet standaard wettelijke rente had uitbetaald, maar eerst op verzoek daartoe.

De Nationale ombudsman overwoog dat het CJIB uit eigen beweging diende over te gaan tot vergoeding van de wettelijke rente. Indien een interne richtlijn van een bestuursorgaan een termijn geeft waarbinnen een geldbedrag terugbetaald dient te worden, en wanneer het interne beleid bovendien is dat de wettelijke rente vergoed wordt als deze termijn is overschreden, dan brengt het vereiste van coulance met zich mee dat in geval het bestuursorgaan die termijn inderdaad overschrijdt, het niet slechts op verzoek van een betrokkene maar uit eigen beweging tot vergoeding van de wettelijke rente dient over te gaan. Het CJIB had dan ook niet gehandeld conform het vereiste van coulance. De onderzochte gedraging was niet behoorlijk.

Tevens klaagde verzoeker erover dat het CJIB zijn op 9 juni 2005 ingediende klacht over het niet standaard uitbetalen van wettelijke rente, niet binnen de in artikel 9:11 van de Algemene wet bestuursrecht gestelde termijn van zes weken afgehandeld had en hem geen schriftelijke mededeling van de verdaging had gedaan. Door geen bericht van verdaging aan verzoeker te zenden en op 29 juli 2005 te beslissen op de klacht van verzoeker, had het CJIB zich niet aan de wettelijke termijn gehouden om op de klacht te beslissen, zoals ook door de minister is erkend. Door pas op 29 juli 2005 op de klacht van verzoeker te reageren, handelde het CJIB in strijd met het vereiste van voort­varendheid. De onderzochte gedraging was op dit punt niet behoorlijk.

De minister van Justitie werd in overweging gegeven om, vooruitlopend op de inwerkingtreding van de vierde tranche van de Algemene wet bestuursrecht, al over te gaan tot het uit eigen beweging vergoeden van de wettelijke rente.

Instantie: Centraal Justitieel Incassobureau

Klacht:

Bij te late terugbetaling van bekeuring niet standaard wettelijke rente uitbetaald maar eerst op verzoek daartoe; ingediende klacht over het niet standaard uitbetalen van wettelijke rente niet binnen de gestelde termijn van zes weken afgehandeld en geen mededeling gedaan over verdaging.

Oordeel:

Gegrond