2006/213

Rapport

Op 7 oktober 2004 omstreeks 06.00 uur is een 9-koppig een ondersteuningsteam van de regiopolitie Kennemerland de woning van verzoeker binnengedrongen om hem aan te houden ter zake van verdenking van (schriftelijke) bedreiging met geweld. Verzoeker stond niet bekend als vuurwapengevaarlijk. Wel had verzoeker veel antecedenten terzake geweldpleging.

Bij deze actie is schade ontstaan aan de voordeur van de woning. De politie heeft geweigerd de schade te vergoeden.

Verzoeker klaagde er over dat het binnentreden van de politie buitenproportioneel was. Ook klaagde verzoeker er over dat de korpsbeheerder heeft geweigerd de schade te vergoeden.

Bij de inzet van een arrestatieteam is het teweegbrengen van het verrassingselement van cruciaal belang, immers voorkomen moet worden dat de aan te houden verdachte(n) of derden gelegenheid krijgen om een vuurwapen tevoorschijn te halen.

Hoewel bij de inzet van een ondersteuningsgroep in beginsel geen sprake zal zijn van vrees voor vuurwapengebruik door de aan te houden persoon of derden, staat ook bij het optreden van een ondersteuningsgroep het verrassingselement centraal.

Met het oog op het gewenste en benodigde verrassingseffect staat een ondersteunings­groep in het algemeen geen andere weg open dan het zonder voorafgaande waarschuwing en met enig geweld forceren van een toegang tot de te betreden ruimte. Dat is ook in dit geval gebeurd

Daarbij zijn de grenzen van de evenredigheid niet overschreden. De Nationale ombudsman achtte de onderzochte gedraging behoorlijk.

Ten aanzien van de ontstane schade oordeelde de Nationale ombudsman dat niet aannemelijk is dat de ondersteuningsgroep de woning van verzoeker op een andere wijze had kunnen betreden zonder dat afbreuk zou zijn gedaan aan het gewenste verrassingseffect. Ook was naar het oordeel van de Nationale ombudsman niet gebleken dat bij het betreden van de woning schade aan andere voorwerpen dan de voordeur was aangebracht. De ontstane schade, volgens verzoeker ter hoogte van bijna € 700, kan dan ook niet als onevenredig worden aangemerkt.

Hieruit volgt dat de betwisting door de korpsbeheerder van verzoekers schadeclaim niet zo evident onjuist is, dat de korpsbeheerder in redelijkheid niet tot afwijzing van de schadeclaim had kunnen komen.

Ook op dit onderdeel achtte de Nationale ombudsman de onderzochte gedraging behoorlijk.

Instantie: Regiopolitie Kennemerland

Klacht:

Om zes uur 's ochtends met negen personen verzoekers woning binnengetreden en daarbij zijn voordeur vernield; verzoek om schadevergoeding afgewezen.

Oordeel:

Niet gegrond