2006/089

Rapport

Verzoeker was kinderalimentatie verschuldigd aan zijn ex ten behoeve van zijn zoon. Het LBIO had loonbeslag laten leggen om deze te innen. Toen de zoon werd in de zomer van 2004 achttien jaar werd, kreeg hij een eigen aanspraak op alimentatie jegens de verzoeker. Ook deze werd via het LBIO geïnd. Het LBIO maakte alle gelden over op de rekening van de moeder.

Verzoeker klaagde erover dat het LBIO de kinderalimentatie bleef betalen op rekening van zijn ex, ook nadat hij en zijn zoon hadden meegedeeld dat hij geen kinderalimentatie meer wenste te ontvangen en een medewerkster ook had toegezegd het een en ander in orde te maken. Voort klaagde hij erover dat het LBIO had gezegd dat hij zelf het teveel betaalde diende terug te vorderen.

De Nationale ombudsman overwoog dat er in dit geval na het meerderjarig worden van de zoon een dubbele vordering was ontstaan, namelijk een achterstand en lopende vorderingen. Het LBIO had daarom vanaf de zomer dubbele betalingen verricht op de bankrekening van de moeder. Echter, noch verzoeker noch de deurwaarder waren geïnformeerd over deze gang van zaken. Toen het LBIO dan ook in een telefoongesprek toezegde dat de zaak zou worden afgehandeld, na de mededeling van verzoeker en zijn zoon over beëindiging van de alimentatie, had verzoeker dit kunnen opvatten als een toezegging tot geen verdere afdrachten op rekening van de moeder.

Het LBIO had op dit punt in strijd met het vereiste van rechtszekerheid gehandeld.

Ten aanzien van het zelf moeten terugvorderen van de gelden, overwoog de Nationale ombudsman dat het LBIO in de zomer van 2004 eigenhandig beslissingen had genomen over de verdeling van de afdrachten. De Nationale ombudsman was van oordeel dat het LBIO dus ook in oktober 2004 eigenhandig een verrekening had kunnen maken tussen eventuele achterstand en teveel betaalde gelden gedurende enkele maanden. Door verzoeker te vertellen dat hij zelf het teveel betaalde moest terugvorderen, was volgens de Nationale ombudsman eveneens gehandeld in strijd met het vereiste van rechtszekerheid.

De Nationale ombudsman gaf het LBIO in overweging te bevorderen dat medewerkers van het LBIO de inhoud van de door hen gevoerde zakelijke telefoongesprekken vastleggen voor wat betreft in ieder geval datum, namen en een zakelijke weergave van de inhoud en het verloop van het gesprek

Instantie: Landelijk Bureau Inning Onderhoudsbijdragen

Klacht:

Een bedrag aan kinderalimentatie overgemaakt op rekening van verzoekers ex-vrouw nadat verzoeker en zijn zoon het LBIO hadden geïnformeerd dat zijn zoon geen kinderalimentatie meer wenste te ontvangen en was toegezegd dat het in orde zou komen; aangegeven dat verzoeker zelf het teveel betaalde bedrag terug diende te vorderen.

Oordeel:

Gegrond