Verzoeksters klagen over de wijze waarop Staatsbosbeheer zich als erfverpachter heeft opgesteld in het kader van de verkoop van een woning aan verzoeksters. Meer in het bijzonder klagen zij over de wijze en het late tijdstip waarop Staatsbosbeheer de canon heeft geactualiseerd en over de weigering van Staatsbosbeheer om voor de toekomst vast te leggen dat voor de bepaling van de hoogte van de erfpachtcanon een percentage van 3% van de grondwaarde zou worden gehanteerd.
Verzoeksters hadden hun oog laten vallen op een boswachterswoning. Erfverpachter van de grond waarop de woning staat, is Staatsbosbeheer en aan Staatsbosbeheer moet dan ook jaarlijks een bedrag voor de erfpacht worden betaald. Verder moet Staatsbosbeheer toestemming verlenen voor verkoop van de woning en kan Staatsbosbeheer hieraan de voorwaarde verbinden dat de erfpachtcanon op een actueel peil wordt gebracht. Verzoeksters konden hiervan op de hoogte zijn en door de ondertekening van het voorlopig koopcontract hebben zij deze voorwaarden ook aanvaard. Het was evenwel niet behoorlijk dat Staatsbosbeheer verzoeksters niet eerder dan drie dagen voor de leveringsdatum in kennis stelde van een forse verhoging van de canon. Staatsbosbeheer had namelijk al veel eerder contact met verzoeksters over de canon en was ervan op de hoogte of kon hiervan op de hoogte zijn dat verzoeksters de kopers van de woning waren. Nu Staatsbosbeheer tenslotte heeft afgezien van het recht tot verhoging, is een aanbeveling voor een tegemoetkoming aan verzoeksters echter niet op zijn plaats. De weigering van Staatsbosbeheer om in de toekomst een rentepercentage van 3% van de grondwaarde te hanteren is te billijken nu Staatsbosbeheer als sinds jaar en dag een percentage van 5% hanteert.
Vereiste van rechtszekerheid