2008/058

Rapport

Verzoeker, in 2000 toegelaten tot Nederland als vluchteling, diende in 2003 een verzoek om verlening van het Nederlanderschap in (naturalisatieverzoek). In juli van dat jaar werd zijn dossier overgedragen aan de unit 1(F) van de IND omdat het vermoeden bestond dat artikel 1(F) van het Vluchtelingenverdrag op hem van toepassing was.

Verzoeker klaagde onder meer over de lange duur van de behandeling van zijn naturalisatieverzoek en over het feit dat hij niet op de hoogte was gehouden van de gang van zaken.

Het is begrijpelijk dat in het belang van een zorgvuldige besluitvorming de beslissing op het naturalisatieverzoek is aangehouden tot na de beantwoording van de vraag of artikel 1(F) van toepassing is. In verzoekers geval duurt de vertraging echter inmiddels vijf jaren; dit moet met name worden toegeschreven aan het feit dat de aanpak van 1(F)zaken kennelijk onvoldoende is georganiseerd. Verder is verzoeker pas in 2006 geïnformeerd over de overdracht van zijn dossier. Nadien heeft de IND hem weliswaar tussenberichten gestuurd over het verloop van de 1(F)-procedure, maar nadere informatie over de mogelijke gevolgen van het naturalisatieverzoek en het verdere verloop daarvan, ontbreekt.

Klachten gegrond wegens schending van respectievelijk het vereiste van voortvarendheid en het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking.

Instantie: Immigratie- en Naturalisatiedienst

Klacht:

Lange duur van behandeling van ingediend verzoek om naturalisatie; pas achteraf geïnformeerd dat dossier was overgedragen om te beoordelen of er aanwijzingen waren om asielstatus in te trekken.

Oordeel:

Gegrond

Instantie: Immigratie- en Naturalisatiedienst

Klacht:

Toezegging het dossier te beoordelen niet nagekomen.

Oordeel:

Niet gegrond