Verzoeker is al ruim dertien jaar slachtoffer van identiteitsfraude. Daardoor heeft hij ten onrechte een strafblad voor drugsgerelateerde feiten op zijn naam. Hij klaagt erover dat deze onterechte informatie sinds 1994 in informatiesystemen van verschillende bestuursorganen op zijn naam staat.
Dit heeft voor verzoeker verschillende nare gevolgen gehad.
De Nationale ombudsman toetst aan het vereiste van persoonlijke levenssfeer. Bij het recht op privacy gaat het om bescherming van burgers tegen het vergaren en doorgeven van persoonlijke gegevens. Het recht op privacy brengt echter ook mee dat een overheid er zorg voor moet dragen dat de gegevens over burgers in diverse informatiesystemen, de juiste gegevens zijn. Wanneer er in een informatiesysteem fouten staan, moet de overheid dit herstellen.
Verzoekers persoonlijke levenssfeer is ernstig geschonden. Hij heeft met zijn gezin ernstig geleden onder deze foute registraties. Zijn goede naam is geschaad en zijn naam moet alsnog gezuiverd worden. De klacht is gegrond.
De Nationale ombudsman doet aan de minister van Justitie de aanbeveling om met verzoeker aan tafel te gaan zitten om zich volwaardig te verontschuldigen, en hem te compenseren voor het leed dat hij heeft ondergaan.
De Nationale ombudsman neemt met instemming kennis van het voornemen van het Ministerie van Justitie en het Ministerie van Binnenlandse Zaken gezamenlijk om een centraal meldpunt identiteitsfraude op te richten. Hij verneemt graag de verdere uitvoering hiervan.