2010/266

Rapport

Verzoeker had bij brief van 28 maart 2010 een klacht ingediend bij de korpsbeheerder van de politie Rotterdam-Rijnmond. Omdat de informele klachtbehandeling niet naar tevredenheid verliep, vroeg hij de korpsbeheerder om een oordeel. Omdat de politie aangaf dat zijn klacht niet binnen de klachtbehandelingstermijn kon worden afgerond, wendde verzoeker zich tot de Nationale ombudsman. Tijdens de contacten tussen de Nationale ombudsman en de politie, zei de politie toe contact op te nemen met verzoeker over de stand van zaken in de klachtbehandeling, maar nam uiteindelijk geen contact op. Dit was aanleiding voor de Nationale ombudsman om een onderzoek te doen naar de volgende klacht: verzoeker klaagt erover dat het regionale politiekorps Rotterdam-Rijnmond bij de behandeling van zijn klacht, vanaf 17 juni 2010 heeft nagelaten hem te informeren over de stand van zaken, ondanks meerdere toezeggingen dat er contact met hem zou worden opgenomen. De Nationale ombudsman oordeelde dat vaststaat dat de politie hem ten minste twee keer heeft toegezegd dat zij telefonisch contact zou opnemen met verzoeker om de stand van zaken in de klachtbehandeling door te geven. Verzoeker mocht er hierdoor vanuit gaan dat hij zou worden gebeld door de politie. De Nationale ombudsman concludeert dat de politie deze toezeggingen helaas niet is nagekomen. De klacht is dan ook gegrond

Vereiste van rechtszekerheid:niet behoorlijk

De Nationale ombudsman beveelt de korpsbeheerder van de regiopolitie Rotterdam-Rijnmond aan om contact op te nemen met verzoeker en hem steeds tussentijds op de hoogte te houden van de klachtbehandeling totdat deze is afgerond.

Instantie: Beheerder regiopolitie Rotterdam-Rijnmond

Klacht:

Ondanks meerdere toezeggingen bij klachtbehandeling nagelaten om verzoeker te informeren over de stand van zaken.

Oordeel:

Gegrond