Verzoeker klaagt er over dat het college van burgemeester en wethouders van Lith stelt dat voldoende duidelijkheid is gegeven over de mogelijkheden tot herontwikkeling van verzoekers bedrijf. Ook zou verzoeker niet in contact kunnen komen met het college.
Tijdens het onderzoek constateerde de Nationale ombudsman dat verzoeker al bijna zestien jaar een geschil heeft met de gemeente Lith over gewenste herontwikkeling. Omdat deze niet past binnen de bepalingen van het bestemmingsplan, heeft de gemeente verzoeker meegedeeld dat het aan hem is om een volledige ruimtelijke onderbouwing te geven voordat tot toetsing van de plannen kan worden overgegaan. In dit standpunt kan het college worden gevolgd, zodat is gehandeld in overeenstemming met het vereiste van actieve en adequate informatieverstrekking. De klacht is niet gegrond.
Ten overvloede overwoog de Nationale ombudsman dat de toetsing van de wens van verzoeker om te komen tot herontwikkeling dient plaats te vinden door het college van burgemeester en wethouders aan de hand van de daarvoor door de gemeente en provincie vastgestelde kaders en beleidsuitgangspunten. Het is aan de indiener om een aanvraag voldoende concreet te onderbouwen. Van het college mag worden verwacht dat het, na ontvangst van de aanvraag, voortvarend aan de slag gaat. Naar aanleiding van de opmerking van verzoeker dat hij graag bereid is met het college te onderhandelen over een goede oplossing stelde de Nationale ombudsman dat goede ruimtelijke ordening en de handhaving daarvan, zich niet of nauwelijks voor onderhandeling met het college van burgemeester en wethouders leent, zodat niet ingezien wordt wat de rol van een onafhankelijk deskundige zou moeten zijn en welke definitieve oplossing voor de gemeente Lith gerealiseerd zou moeten worden.
