Op 14 mei 2007 diende verzoeker bij het Ministerie van LNV een aanvraag in om een gedeelte van het Noordzeegebied binnen de 12-mijlszone te pachten voor de mosselzaadinvang. Verzoeker had zijn aanvraag ingediend bij LNV, omdat het Ministerie van Financiën (Directie Domeinen) hem telefonisch had meegedeeld dat hij deze aanvraag bij LNV moest indienen. LNV wees vervolgens zijn aanvraag af. Bij de behandeling van zijn bezwaarschrift verklaarde het Ministerie van LNV de bezwaren van verzoeker ongegrond en vermeldde onder meer in die beslissing dat het (ver)pachten van zeepercelen/waterkolommen een privaatrechtelijke aangelegenheid is, die buiten de behandeling van deze bezwaarprocedure viel. Directie Domeinen van het Ministerie van Financiën was de gerechtigde instantie om het gebied in pacht uit te geven.
Op 20 februari 2009 ontving verzoeker een schriftelijke reactie van de Directie Domeinen. Hierin stond dat Domeinen met verzoeker een privaatrechtelijke gebruiksovereenkomst kon sluiten zodra verzoeker de publiekrechtelijke vergunning of ontheffing zou hebben om op de door hem aangegeven locaties vanginstallaties te plaatsen en te exploiteren.
Verzoeker klaagt erover dat het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), alsmede het Ministerie van Financiën, afdeling Rijksvastgoed- en ontwikkelingsbedrijf (RVOB, voorheen Domeinen), zijn aanvraag om een gedeelte van het Noordzeegebied binnen de 12-mijls wateren te pachten voor de mosselzaadinvang hebben afgewezen en dat de desbetreffende instanties daarbij naar elkaar hebben verwezen zonder verzoeker adequaat te informeren over waar hij zijn pachtaanvraag voor mosselpercelen in moest dienen.
Tevens klaagt verzoeker over de lange behandelingsduur van zijn aanvraag door de beide ministeries.
Verzoeker heeft zich meerdere keren tot het Ministerie van LNV en tot de Directie Domeinen van het Ministerie van Financiën gericht om duidelijkheid te krijgen over waar hij zijn pachtaanvraag moest indienen. De beide ministeries hebben verzoeker onvoldoende adequaat geïnformeerd over de vergunningen waarover verzoeker zou moeten beschikken en welke stappen verzoeker zou moeten ondernemen (en over de kans van slagen van zijn aanvraag).
Vereiste van rechtszekerheid, oordeel gegrond
Vereiste van voortvarendheid, oordeel gegrond
De Nationale ombudsman geeft de minister van LNV en de minister van Financiën in overweging om in het vervolg bij dergelijke complexe zaken waarbij twee bevoegde instanties zijn betrokken en waarbij sprake is van zowel een publiek- als privaatrechtelijk spoor in een vroeg stadium met elkaar om de tafel te gaan zitten en tot afstemming te komen en burgers over het te volgen traject tijdig en adequaat te informeren.