Verzoeker werd op de snelweg aangereden door een vrachtwagen. Deze reed door. Verzoeker deed 's avonds aangifte bij de politie in zijn woonplaats. Deze stuurde de aangifte door naar het KLPD, omdat dit korps, volgens een convenant, verantwoordelijk zou zijn voor de afhandeling van aanrijdingen op de snelweg. Bij het KLPD wisten ze niet wat ze met de zaak aan moesten en stuurden deze weer terug naar de politie Gelderland-Zuid. Deze stuurde de aangifte weer naar het KLPD. Daar heeft de zaak toen een aantal maanden stilgelegen. Pas na vijf maanden is er inhoudelijk iets met de aangifte gedaan.
Verzoeker klaagt erover dat de politiekorpsen te laat en te weinig onderzoek hebben gedaan naar de aanrijding. De vrachtwagenchauffeur is niet gehoord en de vrachtwagen is niet onderzocht op sporen. Gevolg was dat verzoeker de kosten (het eigen risico) zelf had moeten betalen en dat hij was teruggevallen in schadevrije jaren.
De Nationale ombudsman toetste aan het vereiste van goede samenwerking. Hij vond dat beide korpsen in deze zaak steken hadden laten vallen. Pas na enkele maanden was er overleg geweest over de zaak. Door het zonder toelichting heen en weer sturen van de aangifte was bij beide korpsen onduidelijk gebleven wie waarvoor verantwoordelijk was en wie wat zou doen. Dit heeft met zich meegebracht dat de aangifte niet het gevolg had gekregen dat een burger mocht verwachten, namelijk het doen van opsporingsonderzoek. Doordat er veel tijd verloren was gegaan, was het aantreffen van mogelijke sporen op de vrachtwagen in een later stadium uitgesloten. Dit heeft mogelijk gevolgen gehad voor de schadeafhandeling van de aanrijding voor verzoeker. De onderzochte gedraging was niet behoorlijk.
Daarnaast constateerde de Nationale ombudsman een verschillende uitleg van de taak van het KLPD bij aanrijdingen op de rijkssnelwegen. De korpsbeheerder nam het standpunt in dat alle aanrijdingen op de snelweg door het KLPD worden afgehandeld. De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties stelde dat dit slechts gebeurt bij zaken die de verkeersveiligheid en -doorstroming betreft en dan ook nog als de capaciteit dit toestaat. In alle andere gevallen zal het regionale korps dit op zich moeten nemen. De Nationale ombudsman gaf de Raad van Korpschefs, die het convenant had opgesteld, de aanbeveling om hierover helderheid te verschaffen.
Ook klaagde verzoeker over de afwijzing van zijn verzoek om schadevergoeding. De minister was van mening dat er veel was misgegaan in deze zaak. Hij was bereid de schade van verzoeker te vergoeden.
