2010/031

Rapport

Verzoeker ontving een Mulder-beschikking voor het rijden door rood licht. Hij stelde administratief beroep in en verzocht daarbij om aanvullende informatie om zijn beroepschrift nader te kunnen onderbouwen. Hij deed daartoe een uitdrukkelijk beroep op de Wet openbaarheid van bestuur (Wob). De CVOM beschikte niet over de door verzoeker opgevraagde stukken en stuurde het Wob-verzoek daarom door naar het politiekorps dat de bedoelde stukken wel in bezit had. De CVOM vroeg zelf het brondocument op bij de politie en wees het administratief beroepschrift vervolgens af, zonder eerst de beslissing op het Wob-verzoek af te wachten. Verzoeker klaagt over deze handelwijze en meent dat de CVOM hem hierdoor een stap in de beroepsprocedure heeft ontnomen. Aangezien de CVOM zelf niet over de bedoelde stukken beschikte, handelde het op zichzelf rechtmatig door het Wob-verzoek ter behandeling door te sturen naar de politie. Ook was het op grond van vaste jurisprudentie niet onjuist dat de CVOM niet eerst een beslissing op het Wob-verzoek afwachtte voordat het een beslissing op het administratief beroep nam. Toch is de Nationale ombudsman van oordeel dat de CVOM anders had moeten reageren op het verzoek om informatie. De CVOM had zich de vraag had moeten stellen of het uitdrukkelijke en zeer algemeen gestelde beroep van verzoeker op de Wob wel de juiste weg was om de door hem verlangde stukken te verkrijgen. De Wob is immers niet bedoeld om aan procespartijen stukken kenbaar te maken. De CVOM had daarom contact met verzoeker moeten opnemen om met hem te bespreken welke informatie verzoeker dacht nodig te hebben voor zijn verweer, of de CVOM die informatie wellicht ook zelf al aan verzoeker kon verstrekken en of verzoeker zijn Wob-verzoek alsnog zou willen doorzetten. De CVOM had hem er dan op kunnen wijzen dat het indienen van een Wob-verzoek geen opschortende werking heeft voor de behandeling van het administratief beroepschrift. Op die manier zou verzoeker voldoende geïnformeerd zijn geweest over de verschillende wegen die voor hem openstonden om zijn beroepschrift te onderbouwen. Door dit na te laten handelde de CVOM in strijd met het beginsel van fair play. De Nationale ombudsman deed de CVOM de aanbeveling om samen met het CJIB de toelichting achterop Mulder-beschikkingen uit te breiden. Dit kan mogelijk bijdragen aan het oplossen van het probleem dat Justitie zich de afgelopen jaren geconfronteerd ziet met een groot aantal Wob-verzoeken waardoor de afdoening van veel voorkomende lichte verkeersovertredingen opnieuw een te groot beslag dreigt te leggen op politie, Justitie en de rechter.

40 regels

Instantie: Centrale Verwerking Openbaar Ministerie

Klacht:

Op beroep beslist zonder verzoeker eerst informatie op te sturen die hij heeft verzocht en hem hierdoor een stap in de beroepsprocedure ontnomen.

Oordeel:

Gegrond