2010/008

Rapport

Verzoeker, die een relatie heeft gehad met een prinses, klaagt erover dat de rijksoverheid zich heeft bemoeid met zijn privéleven, met name op het zakelijke vlak, en dat hij daardoor is benadeeld.

De Nationale ombudsman heeft twee voorvallen onderzocht waarbij verzoeker overheidsbemoeienis vermoedt. In 2001 zou de toenmalige directeur van het Kabinet der Koningin hebben geprobeerd informatie bij het Bouwfonds te krijgen over de rol van verzoeker bij het fonds. Daarop zou de rijksrecherche een onderzoek hebben gedaan bij het fonds. Hierdoor zou in 2002 de samenwerking tussen verzoeker en het Bouwfonds zijn gestopt. Daarnaast werd hij door een reclamebureau gevraagd mee te werken aan een reclamespot voor de BOB-campagne tegen alcohol in het verkeer. De Rijksvoorlichtingsdienst (RVD) zou in 2007 het reclamebureau hebben gezegd hier niet van gediend te zijn.

De klacht van verzoeker dat de rijksoverheid zich heeft bemoeid met zijn privéleven is niet gegrond. De Nationale ombudsman concludeert dan ook dat de klachten feitelijke grondslag missen. De vermoedens van deze bemoeienis vinden geen steun in documenten of onder ede afgelegde getuigenverklaringen.

Instantie: Minister van Algemene Zaken

Klacht:

Vanaf moment dat verzoeker relatie aanging met zijn inmiddels ex-echtgenote tot op heden gemengd in zijn persoonlijke levenssfeer waardoor hij nadeel heeft ondervonden.

Oordeel:

Niet gegrond