De Nationale ombudsman start een onderzoek naar de knelpunten van vrouwen in de vrouwenopvang. Hierin onderzoekt hij de aansluiting van de uitvoeringspraktijk van wet- en regelgeving rond sociale en financiële voorzieningen op het dagelijks leven van kwetsbare burgers in crisissituaties, in het bijzonder de vrouwenopvang. Voor het onderzoek wordt onder andere gesproken met vrouwen in de opvang, vertegenwoordigers van betrokken overheidsinstanties en professionals.
Eerder ontving de ombudsman een signaal van Fier, een expertise en behandelcentrum op het gebied van geweld in afhankelijkheidsrelaties en stelde daarop een verkennend onderzoek in. De resultaten van deze verkenning gaven aanleiding voor een formeel onderzoek. De ombudsman rondt dit voor de zomer van 2017 af.
Achtergrond
Uit de verkenning is het beeld ontstaan dat vrouwen in de opvang onder de armoedegrens (kunnen) komen omdat de theorie van wet- en regelgeving (zak- en kleedgeld dan wel bijzondere bijstand) niet overeenkomt met de dagelijkse praktijk. Zo lopen de vaste lasten gewoon door, zoals de kosten van een (huur)woning, verzekeringskosten, omdat de vrouwen vaak in een crisissituatie in de opvang terecht kwamen. Ook bleek dat vrouwen vaak enorme bureaucratie ervaren, zowel bij het aanvragen van een uitkering als bij het regelen van een vrijstelling van eigen bijdragen als zij in de opvang verblijven. Voorts krijgen zij met een grote hoeveelheid aan complexe regelgeving te maken, die het voor henzelf maar ook voor hun hulpverleners moeilijk maakt problemen snel en integraal aan te pakken. Dit vertraagt een verbetering of (financiële) oplossing voor deze vrouwen, die veelal ook nog in een kwetsbare positie verkeren.