Veteraan onnodig lang in onzekerheid

Op deze pagina

    Nieuwsbericht
    Man met handen in het haar, zittend in een park

    Het Ministerie van Defensie heeft traag gehandeld bij de noodkreten van een Bosniëveteraan om hulp voor zijn posttraumatische stress syndroom (ptss). Na zijn eerste keuring in 2006 heeft het zeker vier jaar geduurd voordat deze veteraan een adequate behandeling kreeg. De Nationale ombudsman vindt dat Defensie de bijzondere zorgplicht onvoldoende heeft ingevuld. De ombudsman benadrukt de urgentie van een snelle en adequate behandeling van psychisch beschadigde veteranen. Sinds 1 juli 2013 vervult de Nationale ombudsman de rol van Veteranenombudsman.

    In de zomer van 2012 deed de moeder van deze veteraan een noodkreet aan de ombudsman. Zij maakte zich ernstig zorgen over haar zoon die in 1993 als dienstplichtig militair naar voormalig Joegoslavië was uitgezonden. Eerder deed hij een poging tot zelfdoding en de toestand in het gezin, met vrouw en kinderen, was uitermate zorgelijk. In 2006 deed de veteraan een klemmend beroep op Defensie, maar een adequate behandeling startte uiteindelijk jaren later, in 2010. Pas na tussenkomst van de ombudsman kreeg de moeder ruim een jaar later een reactie van Defensie. Defensie kon de ombudsman geen reden voor deze vertraging geven.
    Tijdens zijn eerste herkeuring in 2009 voldeed hij niet aan de voorwaarden van de richtlijn Medische Eindtoestand en werd hij gehouden aan nieuwe herkeuringen. Na ruim zeven jaar, werd in december 2013 een medische eindtoestand vastgesteld, waaraan een Militair Invaliditeitspensioen gekoppeld is. Defensie heeft inmiddels excuses aangeboden over de gang van zaken.