Vanaf 28 juni 2014 is de Nationale ombudsman ook formeel de Veteranenombudsman. Dit is vastgelegd in de Veteranenwet, die op deze dag in werking is getreden. Sinds 1 juli 2013 trad de Nationale ombudsman al naar buiten als de Veteranenombudsman, met instemming van de Tweede Kamer. De behoefte aan een Veteranenombudsman was groot.
Sinds 28 juni 2014, de 10e landelijke Veteranendag, is de Veteranenwet van kracht. Op deze dag is het Veteranenbesluit bekrachtigd, waarmee de Veteranenwet formeel in werking is getreden. In de Veteranenwet staan regels over de erkenning, de waardering en de zorg voor veteranen.
Het wetgevingstraject rond de Veteranenwet verliep traag. Daarom trad de Nationale ombudsman op 1 juli 2013 naar buiten als Veteranenombudsman. Dit deed hij met instemming van de Tweede Kamer. Vrijwel direct hierna klopten tientallen veteranen aan met klachten bij de Veteranenombudsman. Veteranen en relaties konden volgens de Nationale ombudsman niet langer wachten op het langlopende wetgevingsproces.
Bevoegdheid Veteranenombudsman
De Nationale ombudsman, tevens Veteranenombudsman, ontleent zijn bevoegdheden uit de Veteranenwet, artikel 11:
1. De Veteranenombudsman is bevoegd:
A. naar aanleiding van klachten of uit eigen beweging een onderzoek in te stellen naar de wijze waarop een instantie als bedoeld in artikel 11h, eerste lid, zich in een bepaalde aangelegenheid heeft gedragen, tenzij artikel 9:22 van de Algemene wet bestuursrecht van toepassing is;
B. gevraagd en ongevraagd advies te geven aan de regering en de beide Kamers der Staten- Generaal over de uitvoering van de Veteranenwet en over beleid dat een behoorlijke behandeling van Veteranen raakt;
C. de wijze waarop klachten van veteranen of hun relaties door de daartoe bevoegde instanties, niet zijnde de ombudsman, worden behandeld te monitoren en te analyseren en de regering en de Tweede Kamer in te lichten over zijn bevindingen.